Rühl Haegens Molenaar: De bizarre nieuwe wereld van de zzp?er

Magazines | Noord-Limburg Business nr 2 2016

De bizarre nieuwe wereld van de zzp’er

Afgelopen periode hebt u ongetwijfeld al diverse artikelen gelezen over het vervallen van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) per 1 mei 2016. Vanaf die datum kan er géén VAR meer worden aangevraagd en ook kan er geen gebruik meer van worden gemaakt. Het systeem wordt vervangen door een systeem van modelovereenkomsten, waarbij ook aansprakelijkheid gaat gelden voor de opdrachtgever.

Tekst: Mr. F.G.P.A. (Fer) Verbeek FB, vennoot bij Rühl Haegens Molenaar


Over het algemeen wordt geschreven over de fiscale positie van de zzp’er en de beoordeling en eventuele handhaving van de fiscus in deze situaties. Een geheel andere invalshoek echter betreft de arbeidsrechtelijke positie van een zzp’er. Met andere woorden: is er feitelijk wel sprake van een zzp’er of hebben we eigenlijk te maken met een dienstbetrekking?

Op 26 april jongstleden, 5 (!) dagen voor inwerkingtreding van de nieuwe wet, heeft de Staatssecretaris kamervragen beantwoord over ‘de bizarre nieuwe wereld van de zzp’er’. Naar mijn mening is de wereld van de zzp’er weliswaar bizar, maar is er feitelijk niet heel veel nieuws onder de zon!

De VORM van afspraken is veranderd, maar de fiscale en juridische beoordeling van de AARD van de werkzaamheden is NIET anders geworden: bij elke afspraak betreffende een arbeidsrelatie is één van de eerste vragen: is sprake van een dienstbetrekking? Als deze vraag met ja wordt beantwoord, dan komen we (en dat gold voorheen ook) niet toe aan de beoordeling en/of opstelling van een overeenkomst tussen twee ondernemers/zzp’ers. De opdrachtnemer heet dan werknemer en de opdrachtgever is werkgever.

Wanneer is nu sprake van een dienstbetrekking? Arbeidsrechtelijk wordt een arbeidsrelatie als dienstbetrekking aangemerkt indien:

• Er persoonlijk arbeid wordt verricht én;

• Voor deze arbeid een beloning wordt ontvangen én;

• Er sprake is van een gezagsverhouding tussen werkgever en werknemer.

Deze voorwaarden zijn te herleiden tot meer algemene vragen, zoals:

• Hoe zelfstandig is een opdrachtnemer eigenlijk? Moet hij aanwijzingen van de opdrachtgever opvolgen, zoals werknemers dat ook moeten?

• Heeft de opdrachtnemer een arbeidsverleden bij de opdrachtgever?

• Loopt de opdrachtnemer daadwerkelijk ondernemersrisico, of is zijn risico beperkt tot dat van een ‘normale’ werknemer?

• Hoeveel opdrachtgevers heeft een opdrachtnemer?

• Heeft de opdrachtnemer eigen materialen/middelen of worden die ter beschikking gesteld door de opdrachtgever?

Pas als u deze vragen beantwoordt, komt u tot de conclusie of er sprake is van een werknemer of van een zzp'er. De feiten en omstandigheden waaronder gewerkt wordt, zijn dus van belang voor de kwalificatie van de arbeidsrelatie. De wil of wensen van partijen spelen weliswaar ook een (beperkte) rol, maar de objectieve beoordeling van de situatie is doorslaggevend.

Naar mijn mening zijn deze voorvragen onderbelicht in de hele discussie over de vervanging van de VAR, maar wél enorm belangrijk voor de beoordeling of we daadwerkelijk te maken hebben met een zzp'er! Ook het aansprakelijkheidsrisico voor de opdrachtgever/werkgever onderstreept het belang van deze voorvragen.

Gedeeltelijk zien we de invulling van deze voorvragen wel terug in de (model)overeenkomsten, maar mijn advies is duidelijk:

“BEOORDEEL EERST DE AARD VAN DE ARBEIDSRELATIE”

Indien we dan tot de conclusie komen dat er géén sprake is van een dienstbetrekking, dan pas komt de invulling van de (model)overeenkomst aan de orde. 

Info@rhmweb.nl">Info@rhmweb.nl - www.rhmweb.nl

 

delen:

Noord-Limburg Business nr 2 2016

Lees volledige uitgave online
Algemene voorwaarden Hosted by