Accountancy: Rühl Haegens Molenaar

Magazines | Noord-Limburg Business nr 6 2016

Vanaf 2017 worden fiscale veranderingen doorgevoerd in de belastingheffing over het vermogen. Een goed moment om te beoordelen of uw vermogen wel in de juiste box in de inkomstenbelasting zit of dat u misschien beter veranderingen kunt aanbrengen? Of u het vermogen belegt in een Besloten Vennootschap (BV), een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) of als privé persoon in box 3; dit heeft altijd consequenties voor de fiscale last over het rendement van dit vermogen. Onderstaand geef ik de verschillen op hoofdlijnen aan.

Vermogen in een BV

Als het vermogen in een BV rendeert, dan betaalt de BV in eerste instantie vennootschapsbelasting over het WERKELIJKE rendement (ik ga hierbij uit van de eerste schijf ad 20%). Bij uitkering van het rendement, na belasting, aan de aandeelhouder is er vervolgens inkomstenbelasting (25%) verschuldigd. Per saldo komt dit dan neer op een fiscale last van 40% over het werkelijke rendement. (Cijfermatig: 20% over 100% en vervolgens 25% over de resterende 80% geeft 40%.)

Vermogen in een VBI

In deze situatie is de heffing NIET gebaseerd op het rendement, maar op de waarde van het vermogen. Over deze waarde wordt een forfaitair rendement (tot en met 2016: 4%) belast in de inkomstenbelasting (de VBI is vrijgesteld en betaalt géén vennootschapsbelasting). Vervolgens wordt over dit forfaitaire rendement 25% inkomstenbelasting geheven. Per saldo dus 1% van het betreffende vermogen.

Vermogen in box 3

Ook bij vermogen in box 3 is voor de fiscale last NIET het werkelijke rendement van belang, maar de waarde van het vermogen. Over deze waarde wordt een forfaitair rendement (tot en met 2016: 4%) belast in de inkomstenbelasting. Vervolgens wordt over dit forfaitaire rendement 30% inkomstenbelasting geheven. Per saldo het inmiddels bekende percentage van 1,2.

Zowel voor bij een VBI als in box 3 moeten we de daadwerkelijke fiscale last uiteraard ook bepalen als een percentage van het WERKELIJKE rendement.

Wat verandert er in 2017?

Vanaf 1-1-2017 wordt de vermogensrendementsheffing (box 3 in de inkomstenbelasting) aangepast. Vanaf 2017 krijgen we drie schijven met verschillende percentages afhankelijk van de hoogte van het vermogen in box 3. Rekening houdend met de vrijstelling zijn de percentages (met tussen haakjes de feitelijke belastingpercentages!):

- Van € 25.000 tot € 100.000: 2,87% (0,86%)

- Van € 100.000 tot € 1.000.000: 4,6% (1,38%)

- Boven € 1.000.000: 5,39% (1,61%)

De percentages tussen haakjes komen dus in de plaats van de huidige 1,2%! Ook wordt het forfaitaire rendement voor de VBI verhoogd naar 5,39%.

Schematisch weergegeven

In bovenstaande tabel heb ik de forfaitaire heffing in de VBI en in box 3 omgerekend naar een percentage van het WERKELIJKE rendement om een juiste vergelijking te kunnen trekken tussen de verschillende situaties. Ik ga daarbij uit van een vermogen van € 500.000 en een vermogen van € 1.000.000.

Advies

Uitsluitend bij vermogen in box 3 hebben we oplopende tarieven bij een hoger vermogen. De heffing in de BV en de VBI is qua percentage heffing niet afhankelijk van de hoogte van het vermogen. De verschillen in fiscale last zijn dermate groot (oplopend tot 19,2 procentpunt) dat een heroverweging van uw fiscale vermogensstructuur zeker in 2017 aan de orde dient te komen. Rühl Haegens Molenaar adviseert u graag hierover. info@rhmweb.nl">info@rhmweb.nl - www.rhmweb.nl

mr. Fer Verbeek - Vennoot Rühl Haegens Molenaar


Rendement Box 3: heffing BV: heffing VBI: heffing

500.000 1.000.000 500.000 1.000.000 500.000 1.000.000

3,5% 39,4% 46,2% 40% 40% 38,6% 38,6%

5,0% 27,6% 32,3% 40% 40% 27% 27%

6,5% 21,2% 24,9% 40% 40% 20,8% 20,8%

 
delen:
Algemene voorwaarden Hosted by