Column

19-11-2015 09:11

Betalen bij resultaat; of toch niet?

Het lijkt zo’n heldere afspraak; veelgebruikt ook in de zakelijke wereld: de success fee. Pas als de opdracht aan de opdrachtnemer vervuld is, dan is de opdrachtgever de vooraf afgesproken vergoeding verschuldigd. Dergelijke afspraken zijn niet beperkt tot enkele branches, maar komen overal in het zakelijk verkeer aan de orde. Hoe helder de afspraak ook lijkt, de afwikkeling daarvan leidt meer dan eens tot discussie tussen partijen. Wat als de opdrachtgever het uitvoeren van de opdracht frustreert? Wat gebeurt er als de uitvoering van de opdracht wordt gestaakt? En maakt het dan uit wie dat doet? Die discussie kan voorkomen worden, maar daar komen partijen dan te laat achter.
 
Als uit het leven gegrepen voorbeeld neem ik de adviseur op het gebied van bedrijfshuisvesting. Deze krijgt van een huurder de opdracht om een bestaande huurovereenkomst te heronderhandelen met de verhuurder. Het gaat om een groot pand, en de succes fee wordt gekoppeld aan de gerealiseerde besparing. Bij een besparing gedurende de looptijd van meer dan EUR 2.000.000 is de success fee verschuldigd.
 
De onderhandelingen verlopen aanvankelijk voorspoedig. De verhuurder is bereid mee te denken en bereid tot concessies op het gebied van de huurprijs. So far, so good. Ook het contact tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verloopt prettig. Dan verandert er iets bij opdrachtgever: er wordt een nieuwe directeur aangesteld. Aan hem wordt het uiteindelijke onderhandelingsresultaat gepresenteerd. Een besparing van meer dan EUR 2.500.000! De opdrachtnemer is erg tevreden over het resultaat en vraagt wanneer ondertekening van de nieuwe huurovereenkomst en betaling van de success fee plaatsvindt.
 
Zover komt het niet; de nieuwe directeur vindt het onderhandelingsresultaat onvoldoende. Er moet nog meer uit te halen zijn, zo luidt de boodschap. Ook moeten er alternatieven (lees: andere panden) uitgewerkt worden. Onder protest (opdrachtnemer heeft al voldaan aan de verleende opdracht) gaat opdrachtnemer daar mee aan de slag. Dat levert echter niet het gewenste resultaat. De verhuurder doet geen verdere concessies, en de alternatieven blijken alle (veel) duurder uit te vallen.
 
Tegelijkertijd tekent zich voor de opdrachtnemer wel af dat de nieuwe directeur – die resultaten moet laten zien – eigenlijk gewoon af wil van de success fee. Hij laat bij herhaling weten deze belachelijk (hoog) te vinden, waarmee hij voorbij gaat aan de hoeveelheid werk die opdrachtnemer heeft verricht. De directeur trekt vervolgens zijn eigen plan, gaat zelf met de verhuurder onderhandelen en sluit – achter de rug van opdrachtnemer om – een nieuwe huurovereenkomst.
 
Als opdrachtnemer vervolgens vraagt om betaling van de success fee geeft de directeur niet thuis; het is toch maar mooi aan hém te danken dat de overeenkomst nog getekend is en niet de opdrachtnemer. De rechter neemt vervolgens de opdrachtnemer in bescherming; het niet voltooien van de opdracht komt in dit geval voor rekening en risico van de opdrachtgever. De success fee moet dus betaald worden.
 
De overeenkomst tussen partijen zei echter niets over een dergelijke uitkomst, terwijl dat in enkele artikelen toch geregeld had kunnen worden. Dat had de opdrachtnemer een gerechtelijke procedure bespaard.
delen:

Informatie over de auteur

Rob de Hair | | email
Uw naam
Uw email
Uw bericht
 
Algemene voorwaarden Hosted by