Tegen de verdrukking in?

Magazines | Noord-Limburg Business nr 2 2009

Tegen de

verdrukking in?

Tekst HANS HOOFT

Logistiek in Nederland heeft een minder positief imago. In feite is dat onbegrijpelijk, want daar draait het land op, economisch gezien. Zonder vrachtvervoer en alles daar omheen staat het land stil – en dan niet in de file.

De gemiddelde automobilist klaagt steen en been over de files, en als belangrijkste oorzaak van die geld- en tijdverslindende rijen auto’s noemen ze de vrachtwagens. Dat is volledig ten onrechte.

Vrachtwagens zijn het meest zichtbare deel van de logistiek in ons land. Niet zo verwonderlijk, want het zijn er erg veel, en ze zijn ook wel erg groot. Maar een vrachtauto vervoert heel veel goederen, terwijl de personenauto in de file vaak door slechts één persoon wordt bemand. En dat laatste zal nog wel even zo blijven, want het openbaar vervoer wordt angstvallig gemeden door iedereen die daar de kans toe heeft (omdat hij/zij een eigen auto heeft). Probeer maar eens in de spitsuren met de trein van Nijmegen naar Utrecht te reizen. De kans dat je een zitplaats hebt, is gering. Bovendien moet je nog maar afwachten of de trein überhaupt wel rijdt (seinstoringen, bladeren op de rails, agressie tegen conducteurs, enzovoort) en of je op tijd komt voor je afspraak. Daarnaast moet je nog vanaf het station naar de locatie zien te komen waar die afspraak plaatsvindt. Dan moet je het geluk hebben een Nederlands sprekende taxichauffeur te treffen die je niet belazert door een wijde omweg te maken. De totale kosten (financieel en qua tijd) van reizen met het openbaar vervoer wegen nog lang niet op tegen de ellende en de frustratie van het in de file moeten staan.

Niet echt voortvarend

Toch blijft de regering een ontmoedigingsbeleid voeren tegen het autorijden. De benzineprijs wordt kunstmatig hoog gehouden, er worden allerlei belastingen bedacht om het nog duurder te maken, en de uitbreiding van het wegennet wordt ook niet echt voortvarend ter hand genomen, ondanks de krachtige taal die de verschillende politieke partijen in verkiezingstijd bezigen. Het blijft bij lapmiddelen, zoals het verbreden van de A2 en de A12 bij Veenendaal. Echt structurele verbeteringen zoals de A30, de A50 tussen Oss en Eindhoven, en de A73 tussen Nijmegen en Maastricht zien we veel te weinig. En als die er al zijn, worden ze geplaagd door stremmingen vanwege slecht functionerende signalering (de tunnels bij Roermond) of de ambtenaren van de KLPD die met hun laserguns en flitsers de doorstroming verhinderen. En als er geen doorstroming is, kan ook het vrachtvervoer niet doorrijden.

Opdonderen

Voor het fileprobleem zijn er al tientallen oplossingen bedacht, maar die rijen blik staan er nog steeds, elke dag. Niet alleen in de Randstad, ook elders dreigt alles dicht te slibben. Er komen steeds meer probleemregio’s bij, maar echte oplossingen zijn niet zo snel te realiseren.

Vraag een automobilist wat hij als oplossing voor de files heeft, en hij zal roepen dat de vrachtwagens maar eens moeten opdonderen. Vraag een vrachtwagenchauffeur waar hij zich het meest aan ergert, en hij zal op één zetten de personenauto’s die denken snel even te kunnen invoegen en zich nergens iets van aantrekken, en op twee de caravanrijders die maar 80 mogen in dit land en dus het verkeer ontzettend ophouden. Men ergert zich dus wederzijds, en dat is logisch als je samen een te kleine ruimte (de weg) moet delen. Maar de vraag moet eigenlijk zijn: wie heeft het meeste recht op die beperkte ruimte? De automobilist die alleen in de auto zit, of die vrachtrijder met zijn 20 ton goederen?

Kortzichtig

Je hoort nu mensen zeggen: ik heb geen last van de economische crisis, integendeel: er zijn minder vrachtwagens op de weg en dus kan ik lekker doorrijden. Dat is kortzichtig gedacht: er zouden juist meer vrachtwagens op de weg moeten zijn, dat betekent namelijk dat het beter gaat met de economie.

Nederland is van oudsher een handelsnatie: we kopen en verkopen goederen. Die goederen halen we, slaan ze tijdelijk op en brengen ze weer ergens naartoe. Daar zijn we heel goed in, we lopen voorop waar het gaat om logistiek en transport. Schiphol (luchtvracht) en Rotterdam (containerhaven) zijn de motoren van de economie, zo wordt gezegd. Maar logistieke knooppunten als Venlo, Enschede en Breda hebben ook een heel belangrijke rol. Dankzij de strategische ligging van ons landje en de natuurlijk wegen (de rivieren) kunnen we een aardig bestaan opbouwen. Vanwege de beperkte ruimte hebben we noodgedwongen de efficiëntie van de opslag geoptimaliseerd: de warehouses zijn volgestouwd met technisch hoogwaardige zaken als RFID en warehouse management systemen. De cabine van een vorkheftruck lijkt wel op de cockpit van een straaljager, zoveel hi-tech apparatuur zit er tegenwoordig in. Dat geldt ook voor de cabine van een vrachtwagen: allerlei apparatuur moet de chauffeur ondersteunen bij het uitvoeren van zijn taak. Bovendien heeft hij verplicht diverse kastjes die allerlei zaken bijhouden: rijtijden, belasting, tolgelden en wat al niet meer. Het lijkt wel op transporteurtje pesten, want de dieselprijzen zijn ook te hoog en er komen steeds meer wetten en regels waar de bedrijven zich aan moeten houden. Vreemd, die schijnbare tegenwerking van wat toch de levenslijn van onze economie is.

Als een trein

Maar wie heeft dan de oplossing? We zijn ons met zijn allen ergens wel bewust van het belang van transport, want als de winkels geen goederen hebben, hebben we ook geen eten, en kunnen we de nieuwste nationale sport niet beoefenen: funshoppen. Daarom zijn allerlei manieren bedacht om de goederen toch maar naar die winkels te krijgen. Die oplossingen variëren van de vrachtboot in de Amsterdamse en Utrechtse grachten (niet echt nieuw, dat deden ze in de middeleeuwen al), tot de vrachttram. Misschien de beste oplossing is wel die van Silvo: die producent van kruiden en specerijen heeft grote trucks rondrijden die ’s nachts op parkeerterreinen aan de rand van de stad de kleinere vrachtwagentjes voorzien van nieuwe voorraden. De volgende ochtend rijdt die kleine, handige truck dan door de binnenstad om de winkels te bevoorraden. Het systeem werkt als een trein, en het is eigenlijk vreemd dat niet veel meer bedrijven op die manier werken.

Wel hebben enkele ondernemingen hun bezwaren tegen samenwerking met feitelijke concurrenten overboord gezet, en doen ze nu aan groupage: samen beladen ze één vrachtwagen met hun verschillende goederen, die op één adres worden afgeleverd. In plaats van vier of vijf leveringen – en vrachtwagens – per dag, heeft de winkel er nu dus maar één. Zoals we al zeiden; nood leidt tot creativiteit, en als de handel stil ligt, ligt het land stil.

Creativiteit heeft echter ook zijn grenzen, en efficiëntie kan maar één keer geoptimaliseerd worden. Het wordt hoog tijd dat we werkelijk effectieve maatregelen nemen om de bereikbaarheid van de steden te garanderen. De aanleg van transferia aan de randen van de steden kan daar een rol bij spelen. Als die vrachtwagens dan voornamelijk ’s nachts rijden, zijn de files in de spitsuren ook een stuk minder lang. Het is misschien niet dé oplossing, maar het helpt wel, en elk beetje is meegenomen. Want als er niets gebeurt, staan we zometeen allemaal stil – thuis, zonder werk. En wie gaat er dan nog funshoppen?

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by