Column Vlaminckx Advocaten: Internationaal zakendoen, maar volgens welk recht?

Magazines | Noord-Limburg Business nr 1 2016

Internationaal zakendoen, maar volgens welk recht?

Als gevolg van de Europese samenwerking kijkt niemand meer op van internationaal zakendoen. Denk maar aan de afschaffing van grenscontroles, de invoering van een gemeenschappelijke munteenheid en de invoering van direct werkende Europese regels, die ervoor zorgen dat bepaalde onderdelen van het recht in alle lidstaten van de Europese Unie gelijk zijn. Deze maatregelen zijn in het huidige economisch verkeer niet meer weg te denken en onmisbaar.

Toch bevat de weg naar internationale handel nog vele juridische valkuilen. Er blijven immers aanzienlijke verschillen tussen de verschillende nationale rechtstelsels. Zo blijft het recht in België grote verschillen vertonen met het recht in Nederland, ondanks dat voorafgaande aan de samenwerking binnen Europese Unie verband al intensief gewerkt is aan uniforme regels binnen Benelux verband.

Is dat erg? Nee, verschillende rechtstelsels zijn van alle tijden en zolang partijen bij overeenkomsten zich maar realiseren dat zij het recht van een ander land van toepassing verklaren op hun rechtsrelatie (en zij – bij twijfel – zich dus beter even laten voorlichten door een plaatselijke jurist) zal dat niet snel tot grote problemen leiden.

Toch blijkt in de praktijk dat juist de toepassing van een vreemd rechtstelsel vaak leidt tot onaangename verrassingen en complicaties in internationale handelsrelaties. Ik sluit niet uit dat ondernemers zich door het beeld dat de Europese Unie zorgt voor uniforme regelgeving zonder na te denken veilig voelen bij internationale transacties (“in Duitsland zal het recht toch niet zo heel veel anders zijn dan hier?”). Ook wordt bij toepassing van standaardcontracten nogal eens volstaan met een vertaling daarvan, zonder na te denken over de juridische gevolgen.

Het komt dan ook vaak voor dat partijen ofwel geen afspraken hebben gemaakt over het recht dat van toepassing is op hun internationale overeenkomst, dan wel dat partijen wel een afspraak hebben gemaakt, maar deze onvolledig is. Ik zal de mogelijke gevolgen daarvan toelichten aan de hand van enkele voorbeelden:

• De Nederlandse leverancier A verkoopt en levert aan de Duitse afnemer B een machine. Er wordt geen toepasselijk recht aangewezen. Gevolg is dat aan de hand van EU recht moet worden bepaald welk nationaal recht van toepassing is. Daarbij wordt belang toegekend aan de plaats waar in juridische zin geleverd wordt. Wordt juridisch gezien geleverd in Duitsland, dan is Duits recht van toepassing. Levering kan ook juridisch gezien in Nederland plaatsvinden, en dan is Nederlands recht van toepassing;

• de Nederlandse leverancier A verkoopt en levert een machine aan de Duitse afnemer B. Nederlands recht wordt als toepasselijk recht aangewezen. Daarmee is ook het Weens Koopverdrag van toepassing, als gevolg waarvan andere regels gelden rond nakoming en tekortkoming dan onder regulier Nederlands recht.

Vaak vertrouwt een ondernemer onbewust op zijn eigen juridische ervaring en kennis en handelt hij daar ook naar, met het risico op verkeerde keuzes en schadeclaims tot gevolg. Dat moet natuurlijk worden voorkomen, door bij contracteren ook te denken aan het rechtstelsel dat van toepassing is.

Rob de Hair
Vlaminckx Advocaten
r.dehair@vlaminckx.nl

Column Juridisch advies

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by