11 uur geleden
11 uur geleden
Nederland hoort bij de wereldtop in bèta-technisch onderwijs, maar slaagt er niet in dat potentieel te vertalen naar de aansluiting op de arbeidsmarkt. Vooral de deelname van vrouwen aan bèta-technische beroepen blijft ver achter. Uit onderzoek van workforce consultancy SThree en het Centre for Economics and Business Research (Cebr) blijkt dat Nederland op plek 31 van 36 landen staat als het gaat om vrouwelijke participatie in technische beroepen. Daarmee scoort Nederland aanzienlijk slechter dan buurlanden als het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België. Alleen Turkije, Noorwegen, Canada, Zuid-Korea en de Verenigde Arabische Emiraten kennen een lagere participatiegraad van vrouwen in technische beroepen.
Tegelijkertijd kampt Nederland met een nijpend tekort aan technisch geschoold personeel. Hoewel technische universiteiten en biomedische faculteiten behoren tot de best scorende opleidingsinstituten wereldwijd, leveren zij onvoldoende studenten af om aan het tekort aan technisch talent te voldoen. Uit cijfers van het UWV blijkt dat er in Nederland momenteel bijna 80.000 vacatures open staan in de techniek, waarvan circa 15.000 op academisch niveau.
Een reden waarom het potentieel niet volledig tot zijn recht komt is onder andere door onvoldoende aandacht voor natuurwetenschappelijk en technisch onderwijs op basis- en middelbare scholen. In de afgelopen jaren is in het basisonderwijs sprake van een daling in de prestaties van meisjes ten opzichte van jongens op het gebied van exact onderwijs, specifiek als het gaat om rekenen (TIMSS). Datzelfde geldt voor wiskunde en natuurwetenschappen in het voortgezet onderwijs (PISA).
“Ook bij de afgelopen examens zaten bij de technische vakken weer aanzienlijk minder meisjes dan jongens. In 2022 koos slechts 10% van de meisjes in leerjaar vier van het voortgezet onderwijs voor een technisch vakkenpakket, tegenover 28% van de jongens. Bovendien blijkt dat van de vrouwen die uiteindelijk een technische opleiding afrondt, in 2023 slechts 31% daadwerkelijk in een technisch beroep werkt. Bij mannen is dit meer dan de helft (51%). In een krappe arbeidsmarkt blijft hierdoor veel potentieel onbenut. Door vrouwen beter te betrekken bij technische opleidingen en beroepen, kunnen we dit tekort aanpakken," zegt Margot van Soest, Managing Director bij SThree.
Tegelijkertijd kampt Nederland met een nijpend tekort aan technisch geschoold personeel. Hoewel technische universiteiten en biomedische faculteiten behoren tot de best scorende opleidingsinstituten wereldwijd, leveren zij onvoldoende studenten af om aan het tekort aan technisch talent te voldoen. Uit cijfers van het UWV blijkt dat er in Nederland momenteel bijna 80.000 vacatures open staan in de techniek, waarvan circa 15.000 op academisch niveau.
Een reden waarom het potentieel niet volledig tot zijn recht komt is onder andere door onvoldoende aandacht voor natuurwetenschappelijk en technisch onderwijs op basis- en middelbare scholen. In de afgelopen jaren is in het basisonderwijs sprake van een daling in de prestaties van meisjes ten opzichte van jongens op het gebied van exact onderwijs, specifiek als het gaat om rekenen (TIMSS). Datzelfde geldt voor wiskunde en natuurwetenschappen in het voortgezet onderwijs (PISA).
“Ook bij de afgelopen examens zaten bij de technische vakken weer aanzienlijk minder meisjes dan jongens. In 2022 koos slechts 10% van de meisjes in leerjaar vier van het voortgezet onderwijs voor een technisch vakkenpakket, tegenover 28% van de jongens. Bovendien blijkt dat van de vrouwen die uiteindelijk een technische opleiding afrondt, in 2023 slechts 31% daadwerkelijk in een technisch beroep werkt. Bij mannen is dit meer dan de helft (51%). In een krappe arbeidsmarkt blijft hierdoor veel potentieel onbenut. Door vrouwen beter te betrekken bij technische opleidingen en beroepen, kunnen we dit tekort aanpakken," zegt Margot van Soest, Managing Director bij SThree.
Op de hoogte blijven van onze updates?
.gif)
.gif)
.gif)
