Kleine bedrijven betalen relatief meer belasting

Magazines | Noord-Limburg Business nr 2 2006

| maart 2006 | Belasting | achtergrond |

| maart 2006 | Leer-Werkplek | achtergrond |

Kleine bedrijven betalen relatief steeds meer belasting

Het verschil in belastingdruk tussen kleine en grote bedrijven is van 2000 tot 2004 bijna drie keer zo groot geworden. Dat heeft de organisatie voor kleine en middelgrote bedrijven MKB-Nederland gezegd op basis van een onderzoek van EIM.

Volgens EIM betaalden bedrijven met honderd werknemers of minder zowel in 2000 als in 2004 ongeveer 20 procent belasting over elke euro aan economische groei. In deze periode daalde de belastingdruk voor grote bedrijven van 19,6 naar 18,9 procent. Het verschil van 0,4 procentpunt tussen kleine en grote ondernemingen in 2000 groeide dus tot 1,1 procentpunt in 2004.

Meer belasting op energie

Het kabinet heeft de winstbelasting verlaagd, maar kleine bedrijven profiteren daar nauwelijks van. In vergelijking met grotere bedrijven, dragen zij meer loon- en inkomstenbelasting af. Door hun angst om personeel te ontslaan, zijn volgens MKB-Nederland deze posten in de afgelopen jaren nauwelijks gedaald. Bovendien zijn kleine bedrijven relatief meer belasting op energie gaan betalen.

Arbeid goedkoper

Voor de komende jaren vreest MKB-Nederland dat de belastingdruk voor kleinere bedrijven zal blijven toenemen in vergelijking met grote ondernemingen. Dat komt volgende de organisatie onder andere omdat de stijgende milieubelasting vooral zal neerslaan op de schouders van MKB-ondernemers. Ook wordt inkomen zwaarder belast dan winst. Als de economie weer aantrekt, zullen kleine bedrijven dus sneller meer belasting gaan betalen dan grotere bedrijven. De organisatie voor het midden- en kleinbedrijf wil daarom dat het kabinet de belastingen voor kleine bedrijven met minimaal 1 miljard verlaagd. Arbeid moet goedkoper worden en investeren aantrekkelijker, aldus MKB-Nederland.

Minder risico met leer-werkplek kansarme jongeren

Met deze proef willen minister De Geus en staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het werkgevers aantrekkelijker maken om jongeren met onvoldoende opleiding in de praktijk een vak te laten leren. Als de jongeren ziek worden, komen de werkgevers in aanmerking voor een gemeentelijke vergoeding van de kosten. Het kabinet gaat de gemeenten daar extra subsidie voor geven. De aanpak om gemeenten en sectoren afspraken te laten maken over leer-werkbanen voor kansarme jongeren, is ontwikkeld door de Taskforce Jeugdwerkloosheid. In verschillende gemeenten en sectoren wordt er al werk van gemaakt. De Geus en Van Hoof willen meer werkgevers over de streep trekken. De Taskforce kan daarom met de dertig grote gemeenten en met werkgevers afspraken gaan maken over het aanbieden van leer-werkbanen aan jongeren uit de doelgroep. Werkgevers die vóór 1 oktober 2007 jongeren in dienst nemen, kunnen daarna maximaal twee jaar profiteren van de ‘no-riskpolis’ die De Geus en Van Hoof aanbieden.

Onderzoek

Het ministerie was al begonnen met een proef in een klein aantal gemeenten, maar op verzoek van de Tweede Kamer wordt die nu uitgebreid. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven De Geus en Van Hoof dat de proef zich wel moet beperken tot jongeren (tot 23 jaar) zonder startkwalificatie en dus niet bedoeld is voor andere groepen. Ze willen verder dat de proef zo wordt uitgevoerd dat de effecten van de stimulerende maatregel goed te meten zijn. In de brief informeren de bewindslieden de Tweede Kamer ook over een onderzoek naar de mogelijkheden om probleemjongeren verplicht en met een sterke aanpak klaar te stomen voor een stage of een terugkeer naar school. Dat voorstel is gedaan door voorzitter De Boer van de Taskforce Jeugdwerkloosheid. De Geus en Van Hoof laten de komende weken onderzoek doen naar de afbakening van de doelgroep en de rechtsgronden om tot een adequate aanpak te kunnen komen. De resultaten van dit onderzoek worden in april verwacht.

Werkgevers in de dertig grote gemeenten en in sectoren die met de Taskforce Jeugdwerkloosheid afspraken maken over plaatsing van kansarme jongeren op leer-werkbanen lopen de komende twee jaar geen financieel risico bij ziekte van die jongeren.

| BUSINESS | noord limburg | |

van arbo tot zorgplicht

Elk bedrijf heeft te maken met regels en wetgeving rondom het thema Arbo. Met de recente wijzigingen in het stelsel, hebben werkgevers meer mogelijkheden om zelf invulling te geven wat betreft de keuzes op het gebied van reïntegratie, preventie en verzuim. ‘Meer eigen verantwoordelijkheid’, zo is de gedachte. Uiteindelijk zal gezond arbeidsbeleid resulteren in betere bedrijfsresultaten. Om een en ander inzichtelijk te krijgen, maakte Noord Limburg Business een abc’tje van een aantal aspecten van Arbo. Sommige zijn vanzelfsprekend, maar er blijkt toch vaak verschil tussen weten en er iets mee doen. Voor een aantal onderwerpen kregen we hulp van Peter Schut, Senior Accountmanager van RICAS te Ede, marktleider op het gebied van veiligheidsopleidingen en met name bedrijfshulpverleningsopleidingen en van Marion van den Brink, commercieel adviseur van Arbo Unie Arnhem e.o.

| | noord limburg | BUSINESS|

| arbo | Alfabet | auteur: yadi dragtsma | maart 2006 |

Arbowet

Arbowet is een verkorte aanduiding voor arbeidsomstandighedenwet, een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers om ongevallen en ziekte te voorkomen. De arbowet is nog relatief jong. Tussen 1983 en 1990 werd de veiligheidswet uit 1934 vervangen door de Arbowet. In de loop der jaren zijn er meerdere wijzigingen doorgevoerd; in 1994 waren er wijzigingen nodig om aan de Europese regelgeving te voldoen. Daarna waren er stelselwijzigingen in 1999 en ook dit jaar zijn er veranderingen in de arborichtlijnen.

Boete

Bedrijven die zich niet houden aan de Arbowet, krijgen te maken met de arbeidsinspectie die een waarschuwing of een boete kan opleggen. In het geval van een ernstige overtreding komt er geen boete, maar wordt de zaak meteen aanhangig gemaakt bij de rechter. In minder ernstige gevallen kan de boete echter als snel oplopen tot enige duizenden euro’s.

Conflictbeheersing

Met een maatschappij die aan het verharden is, komt er behoefte aan meer agressietrainingen en conflictbeheersing. Ook dat aspect komt eventueel aan de orde bij de trainingen en cursussen die RICAS geeft. Schut hierover: “Het is wellicht niet de eerste taak van een BHV’er, maar wij vinden het een dusdanig belangrijk element, dat onze klanten leren hoe je om moet gaan met agressie op de werkvloer. Dan heb ik het niet alleen over strubbelingen tijdens crisissituaties, maar ook over problemen met klanten of bezoekers. Vanuit het bedrijfsleven klinkt de roep om meer preventie steeds luider. Bij conflictbeheersing komt vooral een stukje psychologie kijken. Maak de situatie beheersbaar en werk deëscalerend.”

EHBO

Binnen een bedrijf moet er altijd iemand aanwezig zijn die Levensreddende Eerste Hulp kan geven. Daarom is het noodzakelijk dat er een trommel met verband, pleisters en dergelijke aanwezig is. Vooral grotere bedrijven oefenen regelmatig voor het geval er echte calamiteiten zijn. In elk bedrijf moet er dus minimaal één bedrijfshulpverlener (BHV’er) werken. Bij RICAS worden mensen getraind om hulp te bieden bij calamiteiten en crisissituaties. Per jaar krijgen 90.000 mensen een cursus BHV dan wel een andere veiligheidsopleiding. Schut: “Wij doen bij bedrijven een risico-inventarisatie waarna we via maatwerktrainingen tot een oplossing komen. En dan heb ik het niet alleen over grote bedrijven, ook werknemers in een eenmanszaak moeten weten hoe ze zichzelf in veiligheid kunnen brengen.”

Handicap

Het kan financieel aantrekkelijk zijn om een gehandicapte werknemer in dienst te nemen. De WAO -premie voor deze mensen is lager en gedurende een periode van vijf jaar wordt het loon bij ziekte vergoed. De kwalificatie handicap wordt pas gegeven nadat de verzekeringsarts of de gemeente naar de zaak heeft gekeken. Ook een WAO-uitkering wordt gezien als voorwaarde.

Lifestyle

Hoe fris zijn uw werknemers? Verzuim, uitval en stress zijn vaak gevolgen van een ongezonde levensstijl. Niet alleen thuis, maar ook op het werk kan daar wat aan worden gedaan. Door oog te hebben voor een gezonde atmosfeer, snijdt het mes aan twee kanten. Niet alleen bevordert een gezond lichaam een gezonde geest, ook zullen inspanningen op dit vlak leiden tot minder uitval, een prettige sfeer en een hogere productiviteit. Arbo Unie kan op individueel en organisatorisch niveau meten hoe het er met de gezondheid en productiviteit voorstaat en levert adviezen en oplossingen op maat. Als bijvoorbeeld blijkt dat een groep medewerkers nog niet verzuimt, maar wel klachten heeft, biedt Arbo Unie oplossingen door middel van bewegingsprogramma’s, voedingsadviezen en begeleiding bij psychosociale of privé-problematiek.

Noodplannen

Elk bedrijf doet er goed aan om een vlucht(ontruimings)plan klaar te hebben, in het geval er bijvoorbeeld brand uitbreekt. Sowieso moet het voor werknemers, klanten en bezoekers duidelijk zijn waar de uitgangen en eventuele blusmiddelen zich bevinden. Speciaal voor situaties waarin tijd cruciaal is, traint RICAS met bedrijven het calamiteitenplan. Schut: “Wij doen regelmatig een ontruimingsoefening bij grote organisaties in heel Nederland. Er wordt dan een calamiteit nagebootst, waarbij we letten op vluchtwegen, handelen volgens procedures, duidelijke markering en de tijd die nodig is om een compleet gebouw te ontruimen. Aan de hand daarvan stellen wij de prioriteiten en aandachtpunten bij. Mijn advies aan elk bedrijf is om eens na te gaan of iedereen weet wat hij moet doen bij een calamiteit en hoe het na een incident is gesteld met de bedrijfscontinuïteit.”

Ongewenste intimiteiten

Productiviteit kan worden beïnvloed door een negatieve, onveilige sfeer die veroorzaakt wordt door seksuele intimidatie. Verzuim, ziekte en zelfs arbeidsongeschiktheid liggen dan op de loer. Bescherming tegen kwaadwillige collega’s en klanten is daarom belangrijk. Goede voorlichting en het instellen van een klachtencommissie zijn dan wellicht goede maatregelen. Zorg er bovenal voor dat werknemers het gevoel hebben dat ze met een klacht ergens kunnen aankloppen. Dat kan iemand van de organisatie zelf zijn of er kan een vertrouwenspersoon van Arbo Unie ingeschakeld worden.

Roken

Ondanks de aangescherpte regels voldoen nog niet alle bedrijven aan de nieuwe regels omtrent roken op de werkplek. Momenteel zijn alleen de horeca, gokhallen en tabakszaken vrijgesteld. Het rookverbod geldt voor alle plekken waar werknemers zich mogelijk kunnen bevinden. Bijvoorbeeld gangen, kantines, keukens en toiletten. Een speciale rookruimte is wel toegestaan, maar die moet voorzien zijn van ventilatie- en afzuigingsapparatuur. Een eventuele boete loopt op tot 2500 euro per overtreding. Willen medewerkers stoppen, maar weten ze niet hoe? Arbo Unie helpt dan door de training ‘Stoppen met roken’.

Thuiswerkplek

Steeds meer werknemers werken vanuit huis. Als daar goede afspraken over zijn gemaakt, bent u als werkgever ook verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden aldaar. Zorg dus voor een gezonde werkplek, zodat de kans op klachten zo klein mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan een verstelbare stoel en een bureau op de goede hoogte. Maak verder afspraken over werktijden, communicatie met het kantoor en de verdeling van gemaakte kosten.

Vergrijzing

Nederland vergrijst in hoog tempo. Daarom is het voor bedrijven belangrijk te werken aan leeftijdsbeleid. Als oudere werknemers afvloeien, gaat er een hoop kennis en ervaring verloren. Veel oudere werknemers missen de motivatie om verder te leren en zo te investeren in zichzelf. In de toekomst moeten werkgevers zich meer inzetten om de productiviteit en inzetbaarheid te verbeteren. Het expertisecentrum ‘leeftijdsbewust personeelsbeleid’ van Arbo Unie kan u ondersteunen om specifiek voor uw organisatie dit beleid op te zetten.

Zwanger

Naast een periode zwangerschapsverlof, heeft een zwangere werkneemster ook recht op aangepaste werkzaamheden. Ze mag bijvoorbeeld geen dingen optillen die meer dan 5 kg wegen. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen is eveneens uit den boze. De werkgever dient verder te zorgen voor een ruimte waarin de werkneemster zich met haar kind kan terugtrekken. Deze ruimte moet van binnenuit afsluitbaar zijn. Omdat zwangere vrouwen extra vatbaar zijn voor bacteriën en schimmels, moet er extra op hygiëne worden gelet.

| maart 2006 | Auteur: yadi dragtsma | Alfabet | arbo |

| BUSINESS | noord limburg | |

Armani kleding op maat

armani

armani jeans

gimo’s

hugo boss

ice jeans

ice history

iceberg uomo

john milller

nani bon

winsor

Leonardo Mode voor mannen

Klaasstraat 34-a, Venlo

tel: 077-354444

In het voorjaar van 2006 verschijnt er in samenspraak met de nodige instanties een unieke uitgave over de Gemeente Venray en haar ondernemers.

In deze speciale uitgave, staan tal van interessante artikelen over de ontstaansgeschiedenis van deze gemeente, de economie, het toerisme, bestemmingsplannen en infrastructuur, maar bovenal het bedrijfsleven van Venray. De redactie informeert over de lokale situatie en helpt een positief beeld van het Venrayse bedrijfsleven te creëren. Een echt bewaarnummer dus!

Deze unieke uitgave zal worden verspreid onder ondernemers en managers van bedrijven in de Noord en Midden Limburg!

Waarom is deze Venray Business Special voor u zo

interessant?

Voor bedrijven die in Venray opereren is dit een unieke kans om zich te profileren door middel van een bedrijfsreportage, samengesteld door u, met behulp van vakkundige redacteuren. U bereikt vele ondernemers en managers in de Noord en Midden Limburg. Een uitgave als deze staat het eerstvolgende jaar niet op de planning

Na plaatsing bent u vrij om de tekst voor eigen gebruik te benutten.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Ruben Jansen ( 024 3734467 ) ruben@vanmunstermedia.nl

René Janssen ( 024 3738055 ) rene@vanmunstermedia.nl

Michael van Munster

uitgever Noord Limburg Business

BUSINESS SPECIAL

VENRAY

Zakenmagazine voor ondernemers en bestuurders in de regio Noord Limburg

| maart 2006 | business news |

Minister enthousiast over plan SOS Meerlo-Wanssum

Minister Agnes van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking heeft enthousiast gereageerd op het idee van de Stichting Ontwikkelingssamenwerking Meerlo-Wanssum om tijdens de Floriade in 2012 aandacht te schenken aan ontwikkelingssamenwerking. Het spreekt haar zelfs zo aan dat ze al contact heeft opgenomen met de organisatie van de Floriade en SOS heeft laten weten dat het ministerie in deze zaak het voortouw zal nemen. En dat is nu precies de bedoeling van SOS Meerlo-Wanssum, zo laat voorzitter René Poels desgevraagd weten. De wereldtentoonstelling Floriade is een gigantische happening waar enkele miljoenen bezoekers worden verwacht. “De spin-off en de kansen die de Floriade biedt gaan veel verder dan de tuinbouw en de agribusiness”, zo redeneert SOS Meerlo-Wanssum. De Floriade is bij uitstek een platform om aandacht te schenken aan ontwikkelingssamenwerking en dan in het bijzonder gerelateerd aan landbouw, tuinbouw en fruitteelt in de Derde Wereld. Koffie, bananen, katoen, coöperaties en landbouwsubsidies, maar ook cultuur, kunst en muziek. “Een deel van de Floriade zou ingericht kunnen worden met een expositie over de activiteiten in de Derde Wereld welke en welke rol wij in het westen kunnen vervullen om de mensen daar een eerlijke kans te geven. Ook groepen uit de Derde Wereld kunnen zich op de Floriade presenteren, zoals bijvoorbeeld boerencoöperaties van Sulawesi of de koffieboeren van Mexico. In combinatie zou op scholen in de regio of in het hele land een onderwijspakket kunnen worden aangeboden waarin een bezoekje aan de Floriade is opgenomen. Een educatief schoolreisje met een mondiaal sausje. De Floriade is ook een uitstekend podium om een soort Wereldfestival te organiseren. Gedurende een themaweek wereldmuziekgroepen uit Afrika en Latijns-Amerika en workshops voor jong en oud bijvoorbeeld. Een multicultureel festival voor de hele familie. Het gaat er niet om wie het straks organiseert, maar wel dat we samen de bijzondere kansen die de Floriade biedt met twee handen aangrijpen”, zo liet SOS destijds de minister weten. Zij pakte vervolgens de SOS-bal op en gaat er verder mee aan de slag.

Loon tijdens vakantie moet apart betaald

Bedrijven moeten hun werknemers tijdens de vakantie het loon apart doorbetalen. Het salaris tijdens vakantiedagen mag niet zijn ingecalculeerd in het normale loon. Dat heeft het Europese Hof van Justitie besloten na een klacht van vijf Britse werknemers van drie verschillende ondernemingen, die geen slaris ontvingen tijdens hun verlofdagen. De werkgevers zeiden dat ze dat salaris al bovenop het gewone uurloon hadden betaald. Volgens het Hof is dat in strijdt met de bepaling dat er ‘sprake moet zijn van een vakantie met behoud van het loon’. Het zogeheten opgerolde vakantiegeld moet daardoor ook onmiddellijk worden afgeschaft. Voor zover bekend komt dit opgerolde vakantiegeld in Nederland niet voor.

Fiscaal Bewust: gratis gids voor uw fiscale zaken

Net als in voorgaande jaren brengt de GIBO Groep dit jaar het gratis naslagwerk ‘Fiscaal Bewust’ uit. In deze uitgave staan tips en uitleg over fiscale zaken. Handig als u nog uw belastingaangifte moet invullen, maar zeker ook een must voor ondernemers én particulieren die in 2006 hun ‘fiscale huishouding’ optimaal willen regelen. Geïnteresseerden kunnen het gratis boekje aanvragen bij de GIBO-vestiging in de buurt of bij het hoofdkantoor in Arnhem. In de editie 2006 heeft de GIBO Groep weer tal van tips en handige wetenswaardigheden opgenomen die het hele jaar door van waarde zijn. Wat is er allemaal veranderd, nu de Belastingdienst veel van de taken van het UWV heeft overgenomen? En waar moet u als ondernemer op letten? En als u uw erfenis niet grotendeels naar de staat wilt laten gaan, is het goed om u eens te verdiepen in de huidige regelingen rond schenkingen en successie. Met dit handzame boekje van een veertigtal pagina’s weet u zeker dat u geen kansen op fiscale voordelen laat lopen. Meer informatie via www.gibogroep.nl.

| BUSINESS | noord limburg | |

Nationale trend zet niet door in Limburg

Uit de landelijke Startersrapportage 2005 van de Kamers van Koophandel In Nederland blijkt een forse toename van het aantal buitenlandse starters. In twee jaar tijd steeg het aantal buitenlanders met 40%. Deze nationale trend zet zich in de regio Noord- en Midden-Limburg niet door. In deze regio steeg het aantal buitenlandse starters in de afgelopen twee jaar met ‘slechts’ 10%.

| | noord limburg | BUSINESS|

| achtergrond | Startersrapportage | fotografie: robert aarts | maart 2006 |

Over 2005 is wel sprake van een fors aantal (102 om precies te zijn) startende ondernemers uit de jongste EU-lidstaten in Oost- en Zuid-Europa. Het grootste deel van deze groep is van Poolse komaf, te weten 94%. Van alle buitenlandse starters in Limburg-Noord is 23% afkomstig uit Polen.

Starten van onderneming

populair

In Limburg-Noord startten in 2005 bijna 2.500 (2.461) personen een onderneming. Dit zijn er bijna driehonderd meer dan in 2004. Gezamenlijk zijn door deze ondernemers in 2005 ruim 2.200 bedrijven gestart. Ook in Noord- en Midden-Limburg is veruit de grootste groep ondernemers gestart in de dienstverlening. De gemiddelde leeftijd van een starter is al jaren constant, te weten 36 jaar.

Startende ondernemer steeds

vaker vrouw

In Noord- en Midden-Limburg is het aandeel vrouwelijke starters de afgelopen jaren steeds verder toegenomen. In 2000 was het percentage vrouwen dat startte nog 28%. Landelijk was dat 25%. In 2005 is dit gestegen naar 34% (landelijk 32%). De meest populaire branches waarin vrouwen starten zijn kappers- en schoonheidsverzorging gevolgd door detailhandel.

Meer informatie en de volledige

Startersrapportage 2005 zijn te

vinden op www.kvk.nl/starters

Top 5 herkomstlanden

starters in 2005

1. Polen

2. Duitsland

3. Turkije

4. Marokko

5. Amerika

Te vroeg voor loonstijgingen

De Europese ondernemersvereniging vindt het economisch herstel nog te fragiel voor fikse loonstijgingen. Ook een hogere rentestand raadt de organisatie af. “Het herstel is ingezet, maar de economische groei verslapt naar verwachting in 2007”, aldus voorzitter Seillière van Unice, de Europese koepel van ondernemingsorganisatie VNO-NCW. Seillière sprak voorafgaand aan het halfjaarlijks overleg met vakbonden, voorzitter Trichet van de Europese Centrale Bank (ECB) en enkele Europese Commissarissen. (ANP)

Rodan Diensten starter van het jaar 2005/2006

De Venlose Zwemschool Rodan Diensten, is de winnaar van de Venlose Start 2005/2006. Rodan Diensten is sinds een jaar actief en nu al heeft eigenaar Bert Hendriks een franchise-formule ontwikkeld. De jury was in erg in haar nopjes met het ondernemingsplan en voorspelt een succesvolle toekomst. Rodan won niet alleen de eretitel Starter van het Jaar maar ook een geldbedrag ter waarde van 4.000 euro en diverse diensten van aangesloten organisaties ter waarde van nog eens 4.000 euro. Rodan introduceerde een soort drijfpak voor kinderen waarmee zij spelenderwijs leren zwemmen. Voor het zwemonderwijs maakt Rodan onder andere gebruik van zwembaden van Bilderberg Hotels zoals De Bovenste Molen en Chateau Holtmühle. Via de website zwemscore.nl houdt Rodan kinderen en ouders voortdurend op de hoogte van de vorderingen van de zwemkwaliteiten. De twee ander finalisten van de finale Venlose Start 2005/2006 waren Raspberry-MAXX uit Meijel en Snijtsheuvel Music Group uit Venlo.

Bedrijfsleven wil Wethouder Bedrijven

Om bestuurlijk de relatie met de bedrijven te optimaliseren dienen gemeenten een ‘wethouder bedrijven’ te benoemen. Hiervoor pleiten LWV, MKBLimburg, LLTB, LIOF, Kamer van Koophandel Zuid-Limburg en Kamer van Koophandel Limburg Noord. In een gezamenlijke brief die na de gemeenteraadsverkiezingen is verstuurd roepen de organisaties de fracties op om in het nieuwe college een specifieke plaats in te ruimen voor een wethouder bedrijven. Gezien het economisch belang ligt het voor de hand om deze functie te combineren met de portefeuille economische zaken. Het georganiseerde bedrijfsleven in Limburg ziet de benoeming van een wethouder bedrijven als een logisch vervolg op de in diverse gemeenten reeds lopende initiatieven rond een bedrijvenloket of een bedrijvenpunt. Via een bedrijvenwethouder wordt ook bestuurlijk de relatie naar de bedrijven in de gemeente optimaal geborgd.

FNV wil minimumprijzen voor eenmansbedrijfjes

Eenmansbedrijfjes moeten tegen minimumtarieven hun diensten gaan aanbieden. De FNV wil dat in cao’s vastleggen. Met een bodem in de prijzen moet oneigenlijke concurrentie door Poolse en andere zelfstandigen uit de nieuwe EU-landen worden tegengegaan. Dat heeft vice-voorzitter T. Heerts van de vakcentrale gezegd. Hij bevestigt hiermee een bericht in het Financieele Dagblad. Met de minimumtarieven wil de FNV vaste medewerkers van bedrijven ook beschermen tegen de soms enorm lage tarieven die Nederlandse eenmansbedrijfjes vragen. Vooral in de bouw, de metaal, de grafische sector en de media werken deze zogeheten zelfstandigen zonder personeel (zzpérs). De FNV wil daarom ook proberen om in deze sectoren minimumtarieven af te spreken met werkgevers.

Venray Boxmeer Schijndel

Hoogakker 15 Spoorstraat 73 Hoofdstraat 190

Postbus 421 Postbus 142 Postbus 340

5800 AK Venray 5830 AC Boxmeer 5480 AH Schijndel

T: (0478) 55 47 00 T: (0485) 56 12 00 T: (073) 547 29 00

F: (0478) 55 47 05 F: (0485) 56 12 05 F: (073) 547 29 05

website: www.bolaccountants.nl | e-mail: info@bolaccountants.nl

Beslist u met uw buik of met uw verstand?

Bij het nemen van beslissingen in uw bedrijf heeft u goede informatie nodig. In de praktijk blijkt echter, dat veel managers erg gevoelsmatig besluiten nemen. De buik is een belangrijkere maatstaf dan de ratio. De noodzakelijke gegevens zijn er vaak wel, maar ze zijn ergens verborgen, niet goed uitgewerkt of niet gemakkelijk te interpreteren.

| | noord limburg | BUSINESS|

| column | Bol Accountants b.v. | met: frans tijssen ra | maart 2006 |

Om evenwichtige analyses te maken en de juiste conclusies te trekken is adequate informatie onontbeerlijk.

Vier stappen

Informeren en rapporteren zijn dynamische processen. Door de verschillende stadia te onderkennen, kunt u beter grip krijgen op deze processen. Er zijn vier stadia: 1. De financiële rapportage

2. Het kostenmanagement

3. Het prestatiemanagement

4. De planning

1. De financiële rapportage

Bij de financiële rapportage staat de periodieke balans (per maand of kwartaal) en de winst- en verliesrekening met toelichtingen centraal. Om nog beter en sneller tot actie te kunnen overgaan, zijn echter wekelijkse overzichten gewenst. Bijvoorbeeld van de omzet, de afgesloten orders, de bezettingsgraad, de debiteuren en de banksaldi. Belangrijke voorwaarden zijn een overzichtelijke weergave en betrouwbare cijfers.

2. Het kostenmanagement

Het doel van goed kostenmanagement is om inzicht te verkrijgen in de relatie tussen de verschillende activiteiten binnen een bedrijf en de hiermee samenhangende kosten.

Er zijn verschillende eenvoudige analyses te maken die opvallende eye-openers zijn. Zoals de kostenanalyse. Bij deze analyse wordt een onderscheid gemaakt in directe en indirecte kosten en vaste en variabele kosten. Dit vormt de basis voor het vaststellen van een kostprijsberekening per artikel en/of per uur. Een andere eye-opener is de winstgevendheidanalyse, die vooral de marge in beeld brengt van een product in combinatie met de markt. Zij kunnen beslissend zijn in de strategische besluitvorming of u wel of niet bepaalde artikelen of klanten afstoot en kunnen ondersteunend zijn voor de prijsvorming van een artikel bij uw klanten.

3. Het prestatiemanagement

Het doel van prestatiemanagement is om controle te houden op de gewenste werking van de (met name kritieke) bedrijfsprocessen. Het meten van de prestaties wordt met behulp van kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) uitgevoerd. Per prestatie-indicator dient een norm te worden geformuleerd. Dit is een doel of streefwaarde die binnen een bepaalde termijn moet worden gerealiseerd. Bij deze KPI’s moet u denken aan cruciale bedrijfsvariabelen zoals: marge en kosten per uur, productiviteit, bezettingsgraden, levertijden, ziekteverzuim, offertescores, nieuwe klanten, etc. Het gaat niet alleen om het meten en rapporteren, maar vooral om het analyseren en het van hieruit ondernemen van gerichte verbeteracties.

4. De planning

Bij de planning hebben we het vooral over een meerjarenbegroting (vertaald in de verwachte ontwikkeling van resultaten, liquiditeiten en balansposities) en een zogeheten scenarioanalyse. Hierbij wordt gesimuleerd wat de gevolgen zijn bij de verschillende varianten. Wat is bijvoorbeeld de invloed van een hogere bezettingsgraad en meer indirecte kosten op het uurtarief? Wat betekent het wegvallen van een afnemer voor het personeelsbestand? En wat hebben extra betalingskortingen of het oplopen van de betalingstermijn bij uw debiteuren voor gevolgen op uw financieringen en uw rentelasten? In feite vormen de resultaten uit het kosten- en prestatiemanagement de basis voor het opstellen van een gedegen planning.

Waar staat u?

Veel ondernemers zijn vooral bezig met het leven van dé dag. Het doen en laten op het moment zelf. Weinig tijd wordt besteed aan het verzamelen en analyseren van informatie die iets zegt over waar uw bedrijf staat en naar toe gaat. Juist die analyse is nodig bij het nemen van besluiten. De opgedane kennis kan meestal direct voor verbeteringen zorgen.

Wellicht heeft u ondersteuning nodig bij het uitwerken van de vier benodigde stappen. Schroom dan niet om die te vragen. Het levert altijd meer op dan het u kost.

frans tijssen ra, partner bol accountants b.v.

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by