Evaluatie Participatiewet noopt tot actie

Magazines | Noord Limburg Business nr 6 2019

De Participatiewet is bedoeld om meer mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. Al vanaf de start in 2015 kan de wet op veel scepsis rekenen. Uit de eindevaluatie van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat de kritiek terecht is. De baankansen voor de doelgroep van de wet zijn niet toegenomen. Het is de vraag of het brede offensief van staatssecretaris Van Ark de Participatiewet alsnog tot een succes kan maken.

Tekst: Hans Hajée


Werk is waardevol. Het levert niet alleen inkomen op maar zorgt ook voor zingeving en sociale contacten. Daarom streeft ons land naar een inclusieve arbeidsmarkt waar iedereen naar vermogen deelneemt, ook mensen die bijvoorbeeld door een arbeidsbeperking moeilijk een baan kunnen vinden. Per 2015 kent Nederland daartoe de Participatiewet: een regeling die de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicap-ten (Wajong) vervangt.

125.000 banen

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Deze decentralisatie ging gepaard met een bezuiniging van 1,7 miljard euro. Met werkgevers werd de afspraak gemaakt om voor 2026 125.000 banen te creëren voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt; 100.000 in de private sector, 25.000 bij de overheid. Een Quotumwet dient als stok achter de deur bij het realiseren van deze doelstellingen.

Mislukking

In november 2019 publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een eindevaluatie van de Participatiewet. Criticasters zien hun gelijk bevestigd. Er wordt zelfs gerept over een totale mislukking van de wet. Baankansen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt zijn niet toegenomen, constateert het SCP. Mensen die vroeger via de sociale werkplaatsen instroom-den en daar vaak veel voldoening uit haalden zagen hun kans op werk met 16% afnemen. Jonggehandicapten met arbeidsvermogen en een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt von-den wel vaker een baan. Hun inkomenspositie verslechterde echter onder de nieuwe wet.

Intensieve begeleiding

Voor mensen in de bijstand neemt de kans op werk door de Participatiewet amper toe. Volgens het SCP heeft het opleggen van sancties en verplichtingen voor deze groep geen merkbare impact. Van de mensen in de bijstand denkt 60% zelf niet in staat te zijn om te werken. Om deze groep te activeren, kunnen gemeenten middelen als loonkostensubsidies en proefplaatsingen inzetten. Waardevolle instrumenten, aldus het SCP. Maar er is meer nodig, met name persoonlijke en intensieve begeleiding.

Daar komt bij dat de Participatiewet het aantrekkelijk maakt voor gemeenten om zich te concentreren op kansrijke groepen. Het geld dat bespaard wordt op uitkeringen mogen gemeenten vrij besteden. Het SCP adviseert daar-om om de financieringsstructuur aan te passen. Het moet voor gemeenten lonen om zich te richten op mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt in plaats van te focussen op laaghangend fruit.

Op schema

De doelstellingen uit de banenafspraak worden door private werkgevers ruimschoots gehaald. De overheid blijft echter fors achter. Sinds juli van dit jaar telt het ministerie beide groepen samen waardoor de doelstelling als geheel 125.000 banen in 2026 op schema ligt. Kanttekening daarbij is wel dat het vaak gaat om tijdelijke uitzend- of detacheringbanen. De vraag is, in hoeverre deze blijven bestaan als de motor van de economie hapert.

Arbeidsplaatsen met beschut werk vallen buiten de banenafspraak. Het gecreëerde aantal van dergelijke banen blijft aanzienlijk achter bij de doelstellingen, aldus het SCP. Wel is sprake van een positieve trend.

Wonder

Doelstelling van de Participatiewet was om toeleiding tot de arbeidsmarkt via een regeling eenvoudiger en efficiënter te maken. Toch hebben werkgevers nog steeds te maken met meerdere regelingen; de Wet Banenafspraak, Beschut werk en de Wajong. Ook blijken gemeenten in de praktijk regelmatig eigen voorwaarden op te leggen. Verder zijn stimuleringsmaatregelen vaak nog onbekend. Omdat het moeilijk en tijdrovend is een match te maken met geschikte kandidaten haken veel werkgevers af. "Het is eigenlijk een wonder dat we al zo ver op streek zijn met het bereiken van het doel van 100.000 banen voor mensen met een beperking", aldus VNO-NCW en MKB-Nederland in een reactie op de SCP-evaluatie.

Werkgeversservicepunten

Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erkent dat het beter moet. Staatssecretaris Tamara van Ark werkt sinds 2018 aan een breed offensief. Als onderdeel hiervan starten gemeenten en UWV uiterlijk in 2021 in alle 35 arbeidsmarktregio’s publieke werkgeversservicepunten. Sommige regio’s hebben al zo’n voorziening. Deze servicepunten krijgen een universeel dienstenpakket. Werkgevers vinden er informatie over alle beschikbare instrumenten en het passend maken van werk. Ook moeten de servicepunten werkgevers helpen met het vinden van geschikte kandidaten. Voor het verbeteren van inzicht in de profielen van werkzoekenden startte het ministerie samen met VNG en UWV een programma Verbeteren Uitwisselen Matchingsgegevens (VUM). Dit moet leiden tot één landelijke standaard voor matchingsgegevens en digitale uitwisseling.

Ontoereikende middelen

Mits goed uitgevoerd zullen de beoogde maatregelen zeker vruchten afwerpen. De vraag is uiteraard wel waarom dergelijke essentiële voorzieningen niet al bij de start van de Participatiewet in 2015 geregeld zijn. Of het voldoende is om de Participatiewet alsnog tot een succes te maken, staat te bezien. Bij de invoering van de nieuwe wet was sprake van een forse bezuiniging. Het op grote schaal begeleiden van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt naar werk is echter een intensief en dus kostbaar traject. De huidige middelen lijken daarvoor ontoereikend. Toch stelt de staatssecretaris vooralsnog geen extra geld beschikbaar.

Haast geboden

Naast geld speelt ook de factor tijd een cruciale rol. Invoering van de Participatiewet was een enorme operatie met grote impact voor een kwetsbare groep mensen. Een hoogconjunctuur met in veel sectoren een groot tekort aan werknemers is hét moment om de doelgroepen van de Participatiewet duurzaam te verankeren in de arbeidsmarkt. Toch is nog amper sprake van verbetering ten opzichte van de situatie vóór de wet. Ook gaat het bij een fors deel van de gecreëerde banen om tijdelijke uitzending en detachering. De kans is levensgroot dat bij economische tegenwind dergelijke functies als eerste verdwijnen. Om te voorkomen dat het perspectief van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt verslechtert, is actie dringend geboden.


BEVLOGEN

Het werkzame leven van Aart van der Gaag speelt zich af op snijvlak van vraag en aanbod van arbeid. Hij was onder meer directeur van een arbeidsbureau, gaf leiding aan uitzendbureaus Start en Vedior en was directeur van Algemene Bond Uitzendondernemingen. Als commissaris is Van der Gaag nu boegbeeld en kartrekker van de gecombineerde banenafspraak 'Op naar de 125.000'. Tijdens de Cedris-lezing benadrukte hij dat het toeleiden van kwetsbare groepen naar de arbeidsmarkt mensenwerk is: “Ik heb liever één bevlogen directeur of manager die het doet dan tien goedwillende besturen met een actieplan.”

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by