De unieke kracht van Logistic Force

Magazines | Noord-Limburg Business nr 1 2015

Bart Derkx en

Cyrill Beurskens

De unieke kracht van Logistic Force

Logistic Force is een landelijk opererende dienstverlener in flexibele arbeid, die werk biedt aan gemiddeld 1100 tot 1350 medewerkers in transport en logistiek. De vestiging in Venlo is de jongste loot aan de stam, die al dertien vertakkingen kent. Eigenaren Bart Derkx en Cyrill Beurskens staan aan het roer. “Logistic Force is dan ook de specialist in de branche transport & logistiek. Reguliere uitzendbureaus hebben niet de kennis waarover wij wel beschikken. Wij brengen veel eigen marktervaring en een groot netwerk in de sector mee. Bovendien zijn we 24/7 bereikbaar.”

Logistic Force biedt een totaaloplossing, bestaande uit een brede mix van flexibele arbeid en een gedegen eigen opleiding, de Logistic Force Academy. Derkx: “Door te investeren in eigen opleidingen met eigen instructeurs uit de praktijk, investeren we in iedere werknemer, zonder daarvoor een eigen bijdrage te vragen. Zo voegen we kennis toe en dragen bij aan betrokkenheid en kwaliteit. Ze leren niet alleen een vrachtwagen besturen, maar ook goederen behandelen en communiceren met klanten.” De Academy verzorgt bovendien ook externe transport- en logistieke opleidingen, zoals ADR (heftruck en reachtruck), Code95 en VCA en rijopleidingen voor C en C-E. Beurskens: “Daarnaast investeren wij ook in een goede kennismaking met de opdrachtgever, om de cultuur van het bedrijf te kunnen opsnuiven. Zo kan een kandidaat wel de juiste vaardigheden hebben maar niet binnen een bedrijfscultuur passen.” “Op grond van onze sterke interne organisatie en brede kennis van de branche is Logistic Force in staat om de juiste man op de juiste plek optimaal te laten renderen. Voor alle functies binnen de branches Transport en Logistiek, van heftruckchauffeur tot orderpicker en van vrachtwagenchauffeur tot transportplanner: alleen kwaliteit telt”, aldus Derkx.

www.logisticforce.nl

Service en kwaliteit voor het beste resultaat

Iedereen heeft wel eens te maken met ongedierte. Maar zakelijk gezien kan dit natuurlijk grote problemen geven. Denk bijvoorbeeld aan het doorknagen van (computer)kabels.

Vink Ongediertepreventie is een bedrijf uit Geijsteren dat werkzaam is op het gebied van ongediertebestrijding (ook wel plaagdierbeheersing genoemd) en stal- en kasontsmetting en kan u helpen met uw ongedierteproblemen. Onze klanten bestaan uit contractklanten, waarbij periodieke inspecties zorgen voor een goede monitoring van de situatie. Denk b.v. aan transport- en veilingbedrijven, horeca, bakkers, veevoederbedrijven, farmaceutische industrie, enz. Natuurlijk werken we ook op oproepbasis. Hierbij wordt direct ingespeeld op acute meldingen zoals wespen-, vliegen-, vlooien-, ratten-, muizen-, kakkerlak- en vliegenklachten. Dit gebeurt bij zakelijke klanten, woningstichtingen, overheids-, en gezondheidsinstellingen, maar ook bij particulieren.

Wij zorgen ervoor dat u zo min mogelijk last heeft van plaagdieren. We denken mee en proberen door middel van weringsadviezen plaagdierproblemen te voorkomen. Dit is geheel in lijn met het IPM-model (Integrated Pest Management). IPM betekent een duurzame aanpak van plaagdieren gericht op een grondige inspectie en het uitvoeren van weringsmaatregelen. Als laatste hulpmiddel worden chemische bestrijdingsmiddelen ingezet. IPM voorkomt plaagdieroverlast en onnodig gebruik van bestrijdingsmiddelen, zodat er op milieuverantwoorde wijze gewerkt wordt. Ons bedrijf is VCA en HACCP gecertificeerd en sinds maart 2010 zijn we in het bezit van het KAD keurmerk. Ons motto is Service en kwaliteit leiden samen tot het beste resultaat! Dat blijkt uit het feit dat we onmiddellijk reageren op klachten of meldingen van klanten en door te werken met EVM-gediplomeerd en zeer gemotiveerd personeel. Wij komen graag bij u een vrijblijvende inspectie uitvoeren!

Bied muizen en ratten geen entree naar je bedrijfspand

Door de zachte winter en droge zomer van 2014 is de ratten- en muizenpopulatie in Nederland de afgelopen maanden flink gegroeid. Dit leidt tot overlast bij veel bedrijfspanden. Maar hoe hou je die knagers buiten de deur? Gewoon: je moet ze niet de kans geven om binnen te komen.

Als je ratten of muizen hun gang laat gaan, kan dit vervelende situaties opleveren. Denk aan brandgevaar wanneer bedradingen zijn weggevreten. Of je goede naam als er een muis door je restaurant rent. Ondernemingen zouden dan ook zeker niet moeten besparen op plaagdierbestrijding. Het kan je namelijk je bedrijf kosten. Wanneer je overlast ondervindt van ratten of muizen is het belangrijk om eerst te onderzoeken waar ze binnenkomen. Vaak wordt het deze diertjes te makkelijk gemaakt. Een muis heeft bijvoorbeeld maar een gaatje van een halve centimeter doorsnee nodig om binnen te kunnen komen. Naast ratten en muizen kunnen ook insecten regelmatig voor overlast zorgen. Het dichtstoppen van kieren en gaten is vaak niet voldoende.

Certificaten

Sinds 1996 moet elk bedrijf in Nederland dat als plaagdierbestrijder opereert verplicht gediplomeerd zijn. Dit diploma is vijf jaar geldig. Gedurende die vijf jaar zijn professionals verplicht om certificaten te halen waarmee zij punten verzamelen. Na vijf jaar zijn 100 punten nodig om het diploma te verlengen. Er zijn in ons land twee exameninstituten waar de theorie- en praktijkexamens kunnen worden afgelegd, het EVM en het CPMV. Daarnaast is er ook het KAD-keurmerk dat als doel heeft om de kwaliteit in de branche verhogen. Professionals die dit keurmerk mogen voeren, worden onder andere gecontroleerd op deskundigheid door een vastgesteld IPM-beleid, de deugdelijkheid van hun plaagdierbeheerssysteem en de uitvoering hiervan, de kwaliteit van opslag, transport en toepassing van biociden en hun controleerbaarheid door middel van een logboek met daarin een administratie met alle relevatie gegevens.

Verantwoord

Het correct bestrijden van plaagdieren is wettelijk vastgelegd. Bovendien wordt de wetgeving constant verder aangescherpt. Dit in tegenstelling tot het gebruik van bestrijdingsmiddelen door particulieren die zelf mogen bepalen welke voor hun beschikbare middelen zij gebruiken en hoe vaak zij dit toepassen. Dit kan voor een onveilige omgeving zorgen, of juist helemaal geen effect hebben omdat het middel niet correct wordt toegepast. Een professional moet daarentegen volgens de wetgeving juist heel terughoudend te werk gaan. Zo werkt een goede ongediertebestrijder volgens de IPM-norm, wat inhoudt dat er eerst gekeken wordt naar hoe de plaagdieren geweerd kunnen worden, in plaats van ze te bestrijden met gif.

Preventie

Nog beter is om preventief te werk te gaan, bijvoorbeeld door een risico-analyse te laten uitvoeren. De problemen die dan boven tafel komen, zoals bijvoorbeeld de reparatie van een gietvloer of het herstellen van een gat in de muur, kunnen eventueel door de klant zelf opgelost worden. Ook worden plaagdierbestrijders steeds vaker als partij bij het realiseren van nieuwbouw ingeschakeld. Een enorme kruipruimte met ruime uitsparingen in de fundering is voor het aanleggen van leidingen natuurlijk erg handig, maar dan bied je ook muizen en ratten een heel mooie entree naar je bedrijfspand. Ervaren plaagdierbestrijders kunnen mogelijke knelpunten aanwijzen en dat kan heel wat leed voorkomen. �

plaagdierbestrijding

De grootste uitdaging voor een architect is het realiseren van een geloofwaardig verband tussen de menselijke prestaties en het bedrijfspand waarin die mensen hun prestaties moeten leveren. Ligt het antwoord in het zogeheten Evidence-based design?

Evidence-based ontwerp: nuttig?

In een ideale wereld past elke werkplek perfect bij de gebruiker en zijn of haar specifieke taken. Werkplekken worden optimaal efficiënt gebruikt, vergaderzalen worden nooit teveel of te weinig gebruikt, niemand heeft het te warm of te koud. En die ‘statement’ trap zorgt voor veel ‘toevallige ontmoetingen’ die de productiviteit van de kenniswerkers (die zo hard op zoek zijn naar samenwerking) stimuleert.

Misbruik

Het idee is mooi, maar de werkelijkheid is wispelturig. Het resultaat is vaak niet wat men ervan verwachtte, en mensen gebruiken gebouwen vaak niet op de manier die men zich voorstelde bij het ontwerpen ervan. Om dit ‘misbruik’ te minimaliseren, neemt men tegenwoordig steeds vaker de toevlucht tot een meer rigoureuze, empirische benadering van het ontwerpen van een werkomgeving. Die aanpak is dan gebaseerd op uitgebreid onderzoek vooraf.

Volgens mensen die het kunnen weten, is Evidence-based design ‘een concept dat het nu helemaal maakt’. Diverse wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat design een duidelijke invloed heeft op het gedrag van mensen. De echte uitdaging zit hem in het identificeren van de ontwerpprincipes die niet alleen de prestaties van de omgeving verhogen, maar ook die van de mensen. Vanuit een zakelijk standpunt bekeken is zelfs het meest groene gebouw niet bijzonder duurzaam als de gebruikers ervan geen boodschap hebben aan duurzaamheid. Er vindt een fundamentele verandering plaats in de manier waarop we naar gebouwen kijken: we bekijken wat gebouwen doen, naar hun fungeren, in plaats van naar wat ze zijn. Vaak is er ook een verschil tussen wat je denkt dat je krijgt (bijvoorbeeld volgens een BREEAM of Milieucertificaat) en wat je feitelijk krijgt.

Durf

Het gevaar is dan ook dat de slechte prestatie van een in gebruik genomen gebouw bij de architect claims zou kunnen gaan opleveren wegens nalatigheid. Daarom is er een belangrijke rol weggelegd voor de achitect: hij of zij moet meer gebruik maken van het voortschrijdend inzicht op zijn of haar gebied, en meer durf en wetenschap in de ontwerpen leggen. En kunnen bewijzen dat het nieuwe pand beter is, op basis van Evidence-based design (EBD).

Hoewel de milieu-impact van een gebouw tegenwoordig veel beter meetbaar is dan 10 of 15 jaar geleden, is er nog steeds te weinig aandacht voor de sociale en economische impact van dat pand. Het besef dat de manier waarop je pand presteert invloed kan hebben op de waarde ervan – of, als je het huurt, op je reputatie – is iets waar men nog steeds aan moet wennen. Dat is deels omdat het wetenschappelijk meten van hoe ‘succesvol’ een gebouw is, problematisch is.

EBD heeft zijn wortels in de gezondheidszorg: daar is ruim onderzoek gedaan naar het verband tussen ontwerp aan de ene kant en verbeterde veiligheid voor de patiënt en sneller herstel aan de andere kant. Zo blijken eenpersoons ziekenhuiskamers consequent de kans op ontstekingen te verminderen, vergeleken met meerpersoonskamers of zalen.

Maar wat zijn dan vergelijkbare waarden voor werkplekken? Productiviteit werd vroeger gemeten aan de snelheid waarmee de typistes konden typen, maar waar blijf je dan met je organisatie die de samenwerking wil verbeteren, meer flexibel wil kunnen werken, of zijn merk wil herpositioneren?

In veel opzichten is productiviteit het cruciale element, maar wat veel meer waarde heeft, met name voor kennisorganisaties, is de betrokkenheid van de medewerkers. Als je die betrokkenheid kunt kwantificeren, en verhogen, ben je spekkoper.

Botsing

Maar hoe vertaalt wetenschappelijk onderzoek zich naar de praktijk? Om gebouwontwerp meer te baseren op onderzoek, levert nogal wat uitdagingen op. Voor leken kunnen de methodes hiervoor niet heel helder zijn, omdat de resultaten van die onderzoeken vaak worden gepubliceerd in wetenschappelijke taal die niet praktijk-vriendelijk is. Feitelijk is het een botsing van culturen. De manier waarop de onderzoeken worden opgezet, heel wetenschappelijk, is niet altijd even aantrekkelijk voor architecten. Die hebben een geheel andere manier van werken. Aan de ene kant spelen methodiek, normen, wetenschap (en de beperkingen die deze met zich meebrengt) een rol, aan de andere kant intuïtie, ervaring, oordeel en het werken met de verwachtingen van de klant.

Er is meer dan voldoende onderzoek dat lijkt aan te tonen dat goed ontwerp verband houdt met betere, efficiëntere medewerkers, maar het is moeilijk om oorzaak en gevolg van elkaar te onderscheiden. In het ideale geval is onderzoek zowel herhaalbaar als empirisch, maar zoveel van wat zich afspeelt in de werkomgeving heeft te maken met een unieke organisationele cultuur in plaats van bredere factoren zoals daglichtniveaus. Omgevingsfactoren als natuurlijke ventilatie, akoestiek en klimaatregeling zorgen voor positieve reacties onder de medewerkers, maar onderzoek over hoe mensen zich gedragen en interacteren is een geheel andere zaak. Daarom is de ‘hardheid’ van het onderzoek, en de herhaalbaarheid, altijd een probleem bij EBD.

Systematisch onderzoek

Dat is dan ook de reden waarom interieurontwerpers zich focussen op het gebruik van ruimtes: het scheppen van omgevingen voor een optimale zakelijke effectiviteit. Voor hen houdt EBD in een systematisch onderzoek vooraf dat veel meer tijd vergt dan een standaard opdrachtomschrijving. Dat onderzoek leidt dan uiteindelijk tot een ruimte-indeling die gebaseerd is op wat er feitelijk in die ruimte plaatsvindt, en niet op wat de CEO vertelt dat er gebeurt. Of wat een ontwerper zou kunnen concluderen nadat hij of zij een paar keer door de ruimte is gewandeld en met enkele medewerkers heeft gesproken.

Zo’n onderzoek kan soms wel 12 weken duren, voordat de eerste lijn op papier komt. In die tijd wordt vastgesteld wie de klant is, wat zijn waarden zijn, hoe de mensen werken. Er worden gesprekken gehouden met het management, er kan een vragenlijst worden opgesteld voor de medewerkers: met welke collega’s hebben ze contact, hoeveel tijd zijn ze kwijt aan vergaderen, zijn ze buiten de deur? Hoeveel mensen maken gebruik van de koffiehoek, zitten er op bepaalde tijden aan hun bureau? Natuurlijk zullen organisaties nogal terugschrikken voor zo’n periode van 3 maanden waarin er niets zichtbaars gebeurt, maar voor het uiteindelijke resultaat is dat grondige onderzoek uitermate belangrijk.

Bovendien kan de informatie die wordt verkregen worden gebruikt om intern veranderingen door te voeren. Zo kan gemakkelijker gecommuniceerd worden over wat er feitelijk gebeurt in de kantoren: beweringen kunnen immers worden gestaafd met cijfers. Als er bewijs is dat veel werkplekken vaak leeg staan, kan gemakkelijker worden overgeschakeld op flexplekken. Of kunnen vaak leegstaande of niet optimaal gebruikte vergaderruimtes worden gebruikt voor andere doeleinden – of afgestoten.

Die gegevens kunnen natuurlijk niet een-op-een gekopieerd worden naar andere organisaties: elk bedrijf werkt op zijn eigen manier, met eigen cultuur en eigen processen – al zijn die misschien vergelijkbaar. Toch hebben die gegevens waarde voor anderen: voor de klant zelf natuurlijk, maar ook voor de eindgebruikers van kantoren in het algemeen, voor interieurinrichters, en voor architecten. Onderzoek nadat een pand in gebruik is genomen – EBD – is dus van groot belang voor het creëren van betere werkomgevingen. Zo kan een organisatie geld besparen al voordat een nieuw pand in gebruik wordt genomen, en daarna nog eens omdat de mensen er productiever zijn: de werkomgeving is immers geheel op hen afgestemd. Of ze nu op die ‘statement’ trap communiceren of gewoon in de koffiehoek.

Productiever

Dat EBD effectief is, blijkt uit het verhaal van een bankgebouw van de Macquarie Group in Sydney. Op basis van onderzoek door de Universiteit van Sydney, uitgevoerd nadat het pand in gebruik werd genomen, blijkt dat in de nieuwe activity-based werkomgeving (overigens een nogal revolutionair concept voor een bank) 97 procent van de medewerkers hun nieuwe omgeving prefereerden, terwijl 93 procent de nieuwe manier van werken prefereerde en dat 60 procent aangaf, productiever te zijn (hoewel niet gemeten werd hoeveel productiever ze dan feitelijk wel waren).

Ondernemers Vakdagen 2015 verrassend anders

Outside the Box

Voor het 5e jaar op rij organiseert Evenementenhal Venray de business-to-business netwerkbeurs Ondernemers Vakdagen.

Het eerste lustrum dus, en wel op 6, 7 en 8 oktober 2015. Ondanks en ook dankzij deze succesvolle formule pakt de organisatie het dit jaar verrassend anders aan: Outside the Box. Dat is het thema van de aanstaande jubileumeditie.

Meer openheid, meer verbinding, een innovatieve beursopzet met nieuwe tijden en vooral heel veel beleving. Met sprekers, matches en nieuwe elementen zoals een Kick-off Event, een dagelijkse netwerkborrel voor exposanten en bezoekers, de Businessclub Night en de VIP-Klantendag. En wat te denken van de beursmotivator die op de beursvloer presenteert, modereert en verbindt?

Met de vertrouwde focus op netwerken, ondernemen en ontmoeten.

Allemaal in een nieuw jasje trouwens. Met een nieuw logo, een vernieuwde huisstijl en een hagelnieuwe beurswebsite.

De organisatie van de beurs is vooral op zoek naar ondernemers die buiten de gebaande paden willen denken en op zoek zijn naar kansen en samenwerking.

Wie durft?

Bel Eventmanager Robert Hoelen op 0478-519784 of

stuur een e-mail naar roberthoelen@evenementenhal.nl.

PS. Onze nieuwe beurswebsite en onze vroegboekpakketten bekijken? Laat je verrassen en ga naar www.evenementenhal.nl/ondernemersvakdagen.

Vergaderen in een monument

Iedereen kent ze wel, fabriekspanden en andere gebouwen uit het industriële tijdperk die vroeger drukbezocht werden, maar nu door leegstand in hun voorbestaan worden bedreigd. Om te voorkomen dat deze karakteristieke panden verdwijnen, is herbestemmen vaak de enige optie. In sommige gevallen worden deze panden dan ook toegankelijk voor het bedrijfsleven. “De evenementenbranche weet als geen ander wat een bijzonder gebouw doet met mensen”, aldus Arno Boon, directeur van BOEi. Deze non-profit organisatie houdt zich als investeerder onder andere bezig met het behoud van industrieel erfgoed.

De Nationale maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed (BOEi) werd in de tweede helft van de jaren ʼ90 opgericht. Zij moest toen aan de slag met de vele fabrieksgebouwen die in groten getale werden verlaten. “De monumentenzorg hield zich lange tijd enkel bezig met kastelen en woonhuizen, maar langzaamaan kwam daar een nieuwe categorie van fabrieksgebouwen uit de periode 1880-1940 bij, variërend van pakhuizen tot maalderijen en remises”, vertelt Boon. “In Amsterdam werden al sporadisch panden zoals pakhuizen herbestemd tot woonruimte, onder andere geïnspireerd door wereldsteden zoals Parijs en Londen en door de kraakbeweging. Andere gemeenten wisten zich echter niet goed raad met dit industriële erfgoed en gaven de voorkeur aan sloop. BOEi moest dit mede voorkomen door de monumentale gebouwen te restaureren en te herbestemmen.”

Meerdere inkomstenstromen

Inmiddels heeft BOEi zo’n 50 locaties in eigen portefeuille die stuk voor stuk met behulp van onder andere fondsen en subsidies zijn aangekocht, gerestaureerd en op meerdere manieren worden geëxploiteerd. Boon: “Welke functie een dergelijk gebouw uiteindelijk gaat krijgen, hangt sterk af van het type gebouw, de kwaliteiten en hoe die gecombineerd kunnen worden met de markt en de omgeving.” Wel wordt er vaak bewust gekozen voor een combinatie van functies zodat er meerdere inkomstenstromen zijn waarmee ook de risico’s van een wegvallende huurder worden gespreid. “In een aantal van de gebouwen zijn naar gelang van de behoefte van de markt kantoor- en vergaderruimtes ondergebracht. De ECI Cultuurfabriek in Roermond combineert deze functies weer met diverse vormen van kunst- en cultuuronderwijs, een poppodium, een theaterzaal, twee filmzalen, een grand café en een restaurant.”

Exclusieve locaties

Deze reeds herbestemde gebouwen zijn niet de enige locaties waar het bedrijfsleven volgens Boon terecht kan. “Veel van onze gebouwen zijn meerjarenprojecten waarbij er flink wat tijd zit tussen de restauratie en de daadwerkelijke herbestemming. In de periode dat deze panden leegstaan, vormen deze een zeer bijzondere en exclusieve locatie voor zakelijke bijeenkomsten. De Wagenmakerij bij Venlo werd bijvoorbeeld in september als pop-up restaurant ingezet.” Dit gebouw uit 1890 werd tot 1969 gebruikt door het spoorwegnet in de regio Nijmegen-Limburg voor de huisvesting van de werkplaatsen en de onderhoudsbedrijven. Het gebouw is sinds 2002 een rijksmonument en heeft een oppervlakte van meer dan 7.000 m2. BOEi kocht de locatie in 2009 en na een grondige renovatie nam onder andere Het Spoorwegmuseum de Wagenmakerij en de Loods in gebruik. De voormalige kantoren zijn te huur. Bij de restauratie van De Wagenmakerij zijn de sporen van de geschiedenis van het pand, zoals het patina van de bakstenen en de schade die in oorlogsjaren is opgelopen, bewust behouden. Volgens Boon wordt die werkwijze bij elke locatie op alle punten waar dit mogelijk is gedaan. “Het gaat vaak om iconen waar veel mensen een speciale band mee hebben. Steeds meer mensen zien het belang ervan in om die monumenten te behouden en bovendien doet een bijzonder gebouw wat met mensen. Als een evenementenlocatie indruk maakt, heb je bijvoorbeeld al de helft van je bijeenkomst neergezet en praten mensen er een jaar later nog over. En een kantoorruimte in een monumentaal of juist een industrieel pand draagt ook zeker bij aan het imago van een bedrijf.”

Boerderijen en kerken

De ontwikkelingen rondom de leegstand van erfgoed staan niet stil. Na de aanpak van het Industriële Erfgoed sinds de jaren ʼ90 dienen zich nu twee nieuwe categorieën aan waar BOEi zich eveneens over buigt. “Sinds dertig jaar neemt het aantal boeren in Nederland af waardoor ook steeds meer boerderijen leeg komen te staan. Verder zie je een scherp stijgende lijn in de leegstand van kerk- en kloostergebouwen. In 2010 had BOEi al haar eerste kerkproject in de vorm van de Clemenskerk in Hilversum die uit het begin van de twintigste eeuw stamt. Maar ook voor oudere kerken zoals die in Sint Anna ter Muiden waarvan de oudste delen uit de veertiende eeuw stammen, moeten in de toekomst nieuwe bestemmingen worden gezocht.”

Hoewel er bij het herbestemmen van monumentale gebouwen niet altijd maximaal rekening kan worden gehouden met de authenticiteit van het pand, blijven dankzij de werkwijze van BOEi wel de beleving van de ruimte en de verhalen erachter bewaard. “Het gaat erom dat mensen te weten komen waarom een bepaald gebouw daar staat en wat het belang ervan is. Dit proberen wij bij onze eigen panden te stimuleren door middel van achtergrondverhalen op de website meerhierover.nl en het aanbieden van QR-codes bij de locaties zelf. Daarmee laat je de geschiedenis letterlijk en figuurlijk herleven”, aldus Boon.

www.boei.nl, www.meerhierover.nl

De Nationale maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed (BOEi) werd in de tweede helft van de jaren ʼ90 opgericht. Zij moest toen aan de slag met de vele fabrieksgebouwen die in groten getale werden verlaten. “De monumentenzorg hield zich lange tijd enkel bezig met kastelen en woonhuizen, maar langzaamaan kwam daar een nieuwe categorie van fabrieksgebouwen uit de periode 1880-1940 bij, variërend van pakhuizen tot maalderijen en remises”, vertelt Boon. “In Amsterdam werden al sporadisch panden zoals pakhuizen herbestemd tot woonruimte, onder andere geïnspireerd door wereldsteden zoals Parijs en Londen en door de kraakbeweging. Andere gemeenten wisten zich echter niet goed raad met dit industriële erfgoed en gaven de voorkeur aan sloop. BOEi moest dit mede voorkomen door de monumentale gebouwen te restaureren en te herbestemmen.”

Meerdere inkomstenstromen

Inmiddels heeft BOEi zo’n 50 locaties in eigen portefeuille die stuk voor stuk met behulp van onder andere fondsen en subsidies zijn aangekocht, gerestaureerd en op meerdere manieren worden geëxploiteerd. Boon: “Welke functie een dergelijk gebouw uiteindelijk gaat krijgen, hangt sterk af van het type gebouw, de kwaliteiten en hoe die gecombineerd kunnen worden met de markt en de omgeving.” Wel wordt er vaak bewust gekozen voor een combinatie van functies zodat er meerdere inkomstenstromen zijn waarmee ook de risico’s van een wegvallende huurder worden gespreid. “In een aantal van de gebouwen zijn naar gelang van de behoefte van de markt kantoor- en vergaderruimtes ondergebracht. De ECI Cultuurfabriek in Roermond combineert deze functies weer met diverse vormen van kunst- en cultuuronderwijs, een poppodium, een theaterzaal, twee filmzalen, een grand café en een restaurant.”

Exclusieve locaties

Deze reeds herbestemde gebouwen zijn niet de enige locaties waar het bedrijfsleven volgens Boon terecht kan. “Veel van onze gebouwen zijn meerjarenprojecten waarbij er flink wat tijd zit tussen de restauratie en de daadwerkelijke herbestemming. In de periode dat deze panden leegstaan, vormen deze een zeer bijzondere en exclusieve locatie voor zakelijke bijeenkomsten. De Wagenmakerij bij Venlo werd bijvoorbeeld in september als pop-up restaurant ingezet.” Dit gebouw uit 1890 werd tot 1969 gebruikt door het spoorwegnet in de regio Nijmegen-Limburg voor de huisvesting van de werkplaatsen en de onderhoudsbedrijven. Het gebouw is sinds 2002 een rijksmonument en heeft een oppervlakte van meer dan 7.000 m2. BOEi kocht de locatie in 2009 en na een grondige renovatie nam onder andere Het Spoorwegmuseum de Wagenmakerij en de Loods in gebruik. De voormalige kantoren zijn te huur. Bij de restauratie van De Wagenmakerij zijn de sporen van de geschiedenis van het pand, zoals het patina van de bakstenen en de schade die in oorlogsjaren is opgelopen, bewust behouden. Volgens Boon wordt die werkwijze bij elke locatie op alle punten waar dit mogelijk is gedaan. “Het gaat vaak om iconen waar veel mensen een speciale band mee hebben. Steeds meer mensen zien het belang ervan in om die monumenten te behouden en bovendien doet een bijzonder gebouw wat met mensen. Als een evenementenlocatie indruk maakt, heb je bijvoorbeeld al de helft van je bijeenkomst neergezet en praten mensen er een jaar later nog over. En een kantoorruimte in een monumentaal of juist een industrieel pand draagt ook zeker bij aan het imago van een bedrijf.”

Boerderijen en kerken

De ontwikkelingen rondom de leegstand van erfgoed staan niet stil. Na de aanpak van het Industriële Erfgoed sinds de jaren ʼ90 dienen zich nu twee nieuwe categorieën aan waar BOEi zich eveneens over buigt. “Sinds dertig jaar neemt het aantal boeren in Nederland af waardoor ook steeds meer boerderijen leeg komen te staan. Verder zie je een scherp stijgende lijn in de leegstand van kerk- en kloostergebouwen. In 2010 had BOEi al haar eerste kerkproject in de vorm van de Clemenskerk in Hilversum die uit het begin van de twintigste eeuw stamt. Maar ook voor oudere kerken zoals die in Sint Anna ter Muiden waarvan de oudste delen uit de veertiende eeuw stammen, moeten in de toekomst nieuwe bestemmingen worden gezocht.”

Hoewel er bij het herbestemmen van monumentale gebouwen niet altijd maximaal rekening kan worden gehouden met de authenticiteit van het pand, blijven dankzij de werkwijze van BOEi wel de beleving van de ruimte en de verhalen erachter bewaard. “Het gaat erom dat mensen te weten komen waarom een bepaald gebouw daar staat en wat het belang ervan is. Dit proberen wij bij onze eigen panden te stimuleren door middel van achtergrondverhalen op de website meerhierover.nl en het aanbieden van QR-codes bij de locaties zelf. Daarmee laat je de geschiedenis letterlijk en figuurlijk herleven”, aldus Boon.

www.boei.nl, www.meerhierover.nl

Het pand draagt

ook zeker bij aan

het imago van een bedrijf.

Wilt u meer weten over BOB of lid

worden? Neem dan contact op met

BOB-organisator Danny Toonen,

024-3503240/06-54913037,

danny@vanmunstermedia.nl of kijk op

bob.noordlimburgbusiness.nl.

Alle foto’s en filmpjes van de BOB-borrels zijn te bekijken op bob.noordlimburgbusiness.nl. Gebruikt u een smartphone om de site te bekijken, dan krijgt u bij het bezoeken van de website direct de melding met de vraag of u van de mobiele website gebruik wilt maken.

Haal meer uit je

netwerkbezoek

BOB-organisator Danny Toonen is op dit moment druk bezig met het organiseren de eerste BOB-borrel van dit jaar. “Nu de nieuwjaarsbijeenkomsten ver achter ons liggen en de meeste bedrijven ook hun jaarplanning rond hebben, is het hoog tijd om weer eens te gaan netwerken.”

Dit jaar zullen er op verschillende locaties in de regio 6 BOB-borrels worden georganiseerd. “Naast de herhaling van het BOB golf event zullen er tijdens de ‘reguliere’ bijeenkomsten ook weer diverse inhoudelijke lezingen en sprekers de revue passeren. En als BOB-leden zelf een interessant onderwerp hebben, dan houd ik me zeker aanbevolen!”

Nieuw is dat er dit jaar ook gecombineerde bijeenkomsten zullen plaatsvinden, waar ondernemers uit verschillende BOB-regio’s aan deel kunnen nemen. “Het concept BOB is actief in de regio’s Oost-Gelderland, Utrecht (stad), Rivierenland, de Gelderse Vallei en natuurlijk Noord-Limburg. Dat betekent dat je een enorme groep interessante ondernemers bij elkaar kan brengen. Graag geef ik mijn leden alle kans om hun netwerk ook buiten de regio te vergroten.”

Ten slotte maakt Danny nog even van de gelegenheid gebruik om te wijzen op de persoonlijke profielen op de BOB-website. “Wanneer je naar een netwerkbijeenkomst gaat, weet je van tevoren niet altijd wie voor jou interessant is. Dankzij je eigen persoonlijke profiel op de BOB-pagina kan je je interesses invullen en zo makkelijker met elkaar in gesprek komen. Zo haal je nog meer uit je netwerkbezoek!”

BOB-organisator Danny Toonen is op dit moment druk bezig met het organiseren de eerste BOB-borrel van dit jaar. “Nu de nieuwjaarsbijeenkomsten ver achter ons liggen en de meeste bedrijven ook hun jaarplanning rond hebben, is het hoog tijd om weer eens te gaan netwerken.”

Dit jaar zullen er op verschillende locaties in de regio 6 BOB-borrels worden georganiseerd. “Naast de herhaling van het BOB golf event zullen er tijdens de ‘reguliere’ bijeenkomsten ook weer diverse inhoudelijke lezingen en sprekers de revue passeren. En als BOB-leden zelf een interessant onderwerp hebben, dan houd ik me zeker aanbevolen!”

Nieuw is dat er dit jaar ook gecombineerde bijeenkomsten zullen plaatsvinden, waar ondernemers uit verschillende BOB-regio’s aan deel kunnen nemen. “Het concept BOB is actief in de regio’s Oost-Gelderland, Utrecht (stad), Rivierenland, de Gelderse Vallei en natuurlijk Noord-Limburg. Dat betekent dat je een enorme groep interessante ondernemers bij elkaar kan brengen. Graag geef ik mijn leden alle kans om hun netwerk ook buiten de regio te vergroten.”

Ten slotte maakt Danny nog even van de gelegenheid gebruik om te wijzen op de persoonlijke profielen op de BOB-website. “Wanneer je naar een netwerkbijeenkomst gaat, weet je van tevoren niet altijd wie voor jou interessant is. Dankzij je eigen persoonlijke profiel op de BOB-pagina kan je je interesses invullen en zo makkelijker met elkaar in gesprek komen. Zo haal je nog meer uit je netwerkbezoek!”

BOB Noord-Limburg Business maakt onderdeel uit van Noord-Limburg Business; een on-/offline platform voor ondernemers uit de regio Noord-Limburg.

www.noordlimburgbusiness.nl

Bijdragen aan BOB

Heeft u als ondernemer een sfeervolle locatie die als decor voor een BOB-bijeenkomst kan dienen, of bent u een gastspreker met een interessant onderwerp waar de ondernemers in Noord-Limburg beslist van zouden moeten weten? BOB-organisator Danny Toonen is voor de BOB-borrels in 2015 nog op zoek naar enkele locaties en sprekers. Vraag Danny eens naar de mogelijkheden.

Save the date: BOB-borrel op 15 april bij de Maashof

Op woensdag 15 april organiseert BOB Noord-Limburg weer een BOB-Borrel bij hotel-restaurant Maashof in Venlo. U bent van harte welkom om samen met collega’s deze BOB-Borrel bij te wonen. Registreren is kosteloos, maar wel verplicht. Heeft u een collega-ondernemer die ook graag eens een BOB-Borrel wil bijwonen, meld deze dan apart aan of laat hem/haar zelf aanmelden. Bent u vaker op een BOB-Borrel geweest, dan is lidmaatschap verplicht. Voor meer informatie neemt u contact op met Danny Toonen. Meer informatie vindt u op bob.noordlimburgbusiness.nl. Ook kunt u zich via deze website aanmelden. Updates rondom het programma van deze borrel worden eveneens via de BOB-website bekendgemaakt.

bobborrel

Op de rode loper

Theaters vormen een geliefde locatie voor een zakelijke bijeenkomst en worden dan ook regelmatig ingezet om een bijeenkomst tot een succes te maken. Maar een theater kan meer zijn dan alleen een decor.

Theater als zakelijke locatie

Theaters vormen een ideale locatie voor zakelijke bijeenkomsten. De gebouwen zijn vaak mooi en imposant en wekken meteen het welbekende rode-lopergevoel op. Ook liggen ze doorgaans centraal in grotere steden en zijn ze met het openbaar vervoer goed bereikbaar.

In principe beschikt een theater over alle denkbare faciliteiten die nodig zijn voor zakelijke bijeenkomsten en evenementen zoals natuurlijk zalen, maar ook foyers, kleedkamers, horecavoorzieningen en voldoende parkeerplaatsen. Bovendien is een theaterzaal uitgerust met hoogwaardige techniekinstallaties op het gebied van licht en geluid. Ook is er professionele presentatieapparatuur aanwezig zoals beamers en overheadprojectors die uitstekend van pas komen bij bijvoorbeeld een bedrijfspresentatie.

Binnen een theater zijn de mogelijkheden legio. Voor de hand liggen natuurlijk de bedrijfspresentaties of voordrachten, maar ook een vergadering of diner op het podium of een bedrijfsfeest in de theaterzaal of in de foyer behoort tot de mogelijkheden.

Natuurlijk kan een bijeenkomst ook worden gecombineerd met een bezoek aan een voorstelling, of kan een voorstelling worden ingezet om personeel of relaties in het zonnetje te zetten, al dan niet gecombineerd met een borrel of diner waarvoor de meeste theaters over uitgebreide cateringfaciliteiten beschikken. Een ‘meet en greet’ waarbij de gasten na de voorstelling de acteurs kunnen ontmoeten maakt de avond compleet.

Aan de slag

Theaters dienen vaak als locatie of als leisure-onderdeel in de vorm van een voorstelling. Maar naast passief, kan het theater ook actief deel uitmaken van de bijeenkomst. Veel mensen zijn bekend met theatersport, dat mede dankzij programma’s als ‘De vloer op’ steeds bekender wordt. Deze vorm van improvisatietheater kan echter ook voor de zakelijke markt iets betekenen, bijvoorbeeld in de vorm van een teambuildingsactiviteit of invulling van een break-outsessie.

In een workshop theatersport kunnen verbanden worden gelegd tussen theatersport en de dagelijkse werkpraktijk. Hierdoor worden de onderlinge verhoudingen inzichtelijk gemaakt en krijgen deelnemers door hoe ze die kunnen verbeteren. De deelnemers krijgen zo meer inzicht in het functioneren van hun team en hoe ze dit kunnen verbeteren. Ook kunnen er verrassende kwaliteiten van collega’s aan het licht komen die wellicht het verder ontplooien waard zijn, zoals leiderschapskwaliteiten of uitstekende communicatieve eigenschappen. Door middel van speelse en vermakelijke improvisatieoefeningen komen deze aspecten in een positieve sfeer bovendrijven en wordt het gekoppeld aan inspiratie, plezier en positieve interactie. Met name bedrijven die net een reorganisatie hebben meegemaakt, een crisissituatie in het team hebben of de interne communicatie willen verbeteren, kunnen baat hebben bij een theatersportworkshop. En zo’n workshop krijgt natuurlijk ook een extra dimensie wanneer u dit op het podium van de grote zaal doet.

Dus mocht u nog op zoek zijn naar een locatie of invulling van een bedrijfsuitje, kijk dan zeker ook eens bij de vele theaters in Nederland. Zij rollen graag de rode loper voor u uit.

theaters

Succesvolle start

Theater Sociëteit

In november 2014 is Schouwburg Venray gestart met een nieuwe Theater Sociëteit. Inmiddels hebben al ruim 20 leden zich aangesloten bij deze exclusieve club met ondernemers. Leden van de sociëteit zijn verzekerd van een volledig verzorgde avond waarbij men zowel culinair als cultureel kan genieten. Daarnaast is de Theater Sociëteit uitermate geschikt om te netwerken met andere leden en voor relatiebeheer. Vanaf maart 2015 wordt de Vide in (de gerestylede) Theatercafé de Artiest ingenomen als netwerkruimte voor de Theater Sociëteit.

Op zoek naar een exclusieve club ondernemers in de regio Venray om mee te netwerken? Wilt u uw relaties een onvergetelijke avond bezorgen? Word dan lid van onze Theater Sociëteit; iedere keer een unieke ervaring!

Voor meer informatie:

Ilona Brinkhaus | i.brinkhaus@schouwburgvenray.nl

0478 517 554 | www.schouwburgvenray.nl

Zakelijk genieten

Naast onze Theater Sociëteit zijn er nog talloze mogelijkheden op zakelijk gebied binnen Schouwburg Venray. Alle faciliteiten zijn in huis om uw evenement, bedrijfsfeest, seminar, presentatie of beurs tot in perfectie te laten verlopen. Zo beschikt Schouwburg Venray over een volledig uitgeruste theaterzaal met 670 stoelen die uitermate geschikt is voor een zakelijk evenement. Wij staan voor u klaar om uw evenement tot een succes te maken!

Voor meer informatie:

Linda van Gog | l.vangog@schouwburgvenray.nl

0478 517 555 | www.schouwburgvenray.nl

Gedoemanagement

Gedoe is pas gedoe als jij er gedoe van maakt.

In eerste instantie, als je het boek doorbladert, lijkt het een soort wetenschappelijke verhandeling over het brein. Maar bij nader inzien is het verhaal dat Frank Schurink vertelt, zeer leesbaar. Met name omdat het zoveel herkenbare elementen bevat. Want wie ergert zich nu nooit aan collega’s, werk, echtgeno(o)t(e) enzovoort? In de inleiding geeft Schurink al aan: wat voor de één gedoe is, is voor de ander een uitdaging, een leuke taak om de dag te vullen. Een leuke samenvatting is: gedoemanagement is omgaan met gedoe zodat je er geen last meer van hebt.

Naast deze staan er nog veel meer kreten in het boek, en wellicht is het even doorbijten om het gehele boek door te nemen – maar het is zeker de moeite waard en zal voor velen een eye-opener zijn.

Uitgeverij: Haystack, www.haystack.nl

ISBN: 9789461261076

Uitvoering: Gebonden

Omvang: 160 pagina’s

Prijs: €16,50 euro

Meer verkopen met je webshop in 60 minuten

Niet voor digibeten, dat is de eerste indruk die we kregen bij het bekijken van het boekje van beide schrijvers. Zeker omdat veel mensen tegenwoordig voor zichzelf beginnen en een webshop starten, zou het handig zijn om in ieder geval een verklarende woordenlijst in het boekje op te nemen. De heren gaan er blijkbaar van uit dat iedereen weet wat clickrates zijn, SEO, en organische zoektochten. Ben je wel op de hoogte van wat al die termen inhouden, dan is het best een nuttig boekwerk, met praktische tips en suggesties om een succes te maken van je webshop. Of je dat in 60 minuten gaat redden, ligt dus ook een beetje aan jezelf.

Uitgeverij: Haystack, in samenwerking met Frankwatching.com

ISBN: 9789461261090

Auteurs: Roman Markovski en

Dennis Vreeke

Uitvoering: Paperback en e-book

Omvang: 160 pagina's

Prijs: 12,50 euro

Geld verdienen

met jezelf

Begin voor jezelf, doe waar je goed in bent en bepaal je eigen toekomst

De auteur van dit boek, Tony de Bree, is niet de eerste de beste ondernemer die wat ervaringen aan het papier toevertrouwt. Als ex-bankier was hij jarenlang verantwoordelijk voor het beoordelen van dotcom-ondernemers en succesvolle startups. De Bree weet dus waar hij het over heeft, en al klinkt het verhaal op de omslag als de zoveelste publicatie vol met kretologie over hoe je rijk kunt worden, de ‘Tony’s Gouden Regels voor Succes’ hebben wel degelijk raakvlakken met de echte zakenwereld. In het voorwoord echter waarschuwt hij al: het overstappen van een vaste baan naar zelfstandig ondernemer zal niet van een leien dakje gaan.

In overzichtelijke hoofdstukken en zeer leesbare teksten geeft De Bree praktische tips voor de (startende) ondernemer.

Uitgeverij: Haystack, www.haystack.nl

ISBN: 9789461261083

Auteur: Tony de Bree

Uitvoering: Paperback en e-book

Omvang: 240 pagina's

Prijs: €18,50 euro

Ondernemers worden uitgedaagd door nieuwe spelers op de markt. Bakas wijst op de outsiders en de jonge techies die hun intrede doen, maar ook op de veranderende verdienmodellen. “Wendbaarheid is tegenwoordig key voor ondernemingen”, onderstreept Bakas.

Maar ook de aandacht voor mensen in loondienst mag volgens hem niet verslappen. “Bedrijven willen nu eenmaal meer werk met minder mensen doen en je moet beter presteren dan je collega’s. Iedere werknemer moet excelleren, anders word je vervangen door een flexibele zzp’er. Werknemers ervaren een hogere werkdruk en ze hebben minder het gevoel hun eigen taken te kunnen organiseren. Van de 4,6 miljoen verzuimdagen die ArboNed in de eerste helft van 2014 registreerde, had tien procent te maken met stress. Dat is acht keer zoveel als in 2009.”

Grote Versobering

Maar ook de meer dan een miljoen zp’ers moeten volgens Bakas in 2015 natuurlijk blijven excelleren. “Je moet positieve aanbevelingen van huidige en oude klanten hebben, je moet bestaande klanten belonen met een permanent knuffeloffensief en je moet straatmadelief zijn en overal netwerken.”

Het aantal zzp’ers stijgt en zij verenigen zich (in de steek gelaten door de politiek en de grote bedrijven) steeds meer zelf in eigen verzekeringen als broodfondsen. “Online platformen maken het bovendien mogelijk dat mensen hun diensten, auto, huis gemakkelijk zelf verwaarden”, beredeneert Bakas. “Gewone burgers bouwen zonnepanelen op hun dak of kopen samen met hun buren energie in.”

Volgens Bakas is dit ook een gevolg van de Grote Versobering. “De middenklasse verarmt, huishoudens hebben te hoge schulden en het wordt tijd voor anders leven. De markt voor ‘hoop en troost’ groeit daarom in 2015: Nederlanders zoeken elkaar op en helpen elkaar.

Delen en ruilen past hier ook bij. Peer-to-peer-captalism maakt haar opmars. Door tussenhandel en tussenpersonen buiten spel te zetten, krijgen burgers meer macht, worden transactiekosten naar beneden gebracht en ontstaat een meer inclusieve economie: iedereen kan eraan deelnemen.” De kracht van deze nieuwe vorm van economie heeft de monopolies van bestaande industrieën in een paar jaar tijd weggevaagd. “De taxi- en hotelbranche zijn hun machtspositie bijvoorbeeld

kwijtgeraakt door platforms als Uber en AirBnB”, illustreert Bakas.

Als ondernemer is het tegenwoordig dan ook niet alleen zaak om wendbaar te reageren op vernieuwing en kansen, maar ook om de veerkracht te bezitten om onverwachte klappen te kunnen opvangen. “De succesvolle bedrijven van de toekomst zijn er op gericht om snel te leren, in plaats van zich te richten op het behouden van de status quo”, licht hij toe. “Flexibilisering van bedrijfsprocessen en IT-oplossingen is een aanrader voor bedrijven die strategisch wendbaar willen blijven. Wendbaarheid is namelijk één van de belangrijkste overlevingsstrategieën voor bedrijven.”

Serie-ondernemer

De levenscycli van bedrijven wordt steeds korter naarmate technologie zich exponentieel ontwikkelt en businessmodellen sneller verouderen. De serie-ondernemer rukt op: de ondernemer die een bedrijf begint, tot bloei brengt en het dan verkoopt en weer een ander bedrijf begint (zie John de Mol). Met één bedrijf en één bedrijfsnaam je hele ondernemerscarrière doorgaan wordt eerder uitzondering dan regel. Maar ook de serie-werknemer neemt toe. Mensen van 35 hebben nu al gemiddeld zeven banen gehad en die trend zet door in 2015.

Ook de consument wisselt steeds sneller. “Klanten worden steeds minder merkentrouw. Tegenwoordig switchen ze om het minste of geringste van merk, ook als het gaat om banken en verzekeraars. De belangrijkste reden hiervan is de opkomst van social media en internet. Ze maken consumenten beter geïnformeerd en mondiger. Juist in deze tijd zijn consumenten gevoeliger voor customer service. Wanneer een merk zijn klanten in de steek laat zodra er iets mis is met een product, laten klanten het merk massaal vallen.”

Verbonden

Kortom, het nieuwe jaar staat volgens Bakas in het teken van wij. Door middel van de opkomst van de ruil- en deeleconomie, maar ook het peer-to-peer kapitalisme dat haar opmars maakt. “Bedrijven gaan op zoek naar een nauwere verbintenis met klanten”, aldus Bakas. “Nederlanders willen meer dan ooit verbonden zijn in plaats van zich virtueel verbonden wanen. Zijn wordt belangrijker dan schijn.”

www.bakas.nl

Trends 2015 volgens trendwatcher Adjiedj Bakas

‘Wie als ondernemer even

indut, verliest’

“Als er twee wegen zijn, neem dan de moeilijke, want op de gemakkelijke is het meestal dringen.” Trendwatcher Andjiedj Bakas windt er in zijn boek ‘Trends 2015’ geen doekjes om. 2015 wordt zeker geen makkelijk jaar en de concurrentie zal vaak moordend zijn. “Wie als ondernemer even indut, verliest”, aldus Bakas.

Biografie

Adjiedj Bakas

Trendwatcher Adjiedj Bakas (1963) schreef verschillende bestsellers over de toekomst, waaronder in 2014 Plenty, Megatrends Water, Energie en Grondstoffen en Megatrends Werk, over banen die verdwijnen en banen die gaan komen. Eerder publiceerde hij onder andere The Future of Food, The State of Tomorrow en Het Einde van de Privacy. Er werden de afgelopen jaren meer dan 700.000 exemplaren van zijn boeken verkocht.

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by