Het zijn hoogtijdagen voor debatleidend Nederland. Een korte rondgang langs de Social Media laat zien dat de discussieleiders zelf ook met regelmaat onderwerp zijn van gesprek. Over twee zaken wordt heftig gedebatteerd: kwaliteit en geld.
Ik zie onwaarschijnlijk veel berichten voorbij komen, waarin mensen klagen over de prestatie van de gespreksleider: hij luister niet, doet zelf mee aan het debat, vraagt niet door, stelt de verkeerde vragen, laat politici weg komen met bla-bla en geeft iedereen veel te lang het woord … of juist te kort.
Om te beginnen moeten we die commentaren natuurlijk met een korrel zout nemen. Want aanhangers van politieke partijen vinden al snel dat hun lijsttrekker tekort gedaan wordt en een kritische vraag van de debatleider wordt al snel vertaald als ‘gekleurd’. Maar als je daar doorheen kijkt, is er wel een duidelijk patroon zichtbaar: bij welwillende amateurs is het commentaar niet van de lucht en komt het uit alle kampen. Bij professionals als Donatello Piras of Hans Etman (om maar eens twee voorbeelden te noemen) overheersen complimenten en constateert men, dat iedereen er wijzer van geworden is.
En dan is er het geld. Zodra een gemeente investeert in een professionele presentator, vaak een BN-er, is de kritiek niet van de lucht en lijkt iedere nuance verdwenen. Het gaat alleen nog maar over de prijs, en niet meer over opbrengst en kwaliteit.
Zo is het heel wel denkbaar dat het inhuren van Jaap Jongbloed daadwerkelijk leidt tot een betere opkomst bij het debat. Dan zou dit een waardevolle investering geweest kunnen zijn. Zonder zijn bijdrage kwam er misschien maar anderhalve man en een paardenkop, waarmee de hele investering in een debat in één klap waardeloos wordt.
En € 3000,- neertellen voor een werkelijk professionele dagvoorzitter, die het debat tot een echt succes maakt, is misschien helemaal zo gek nog niet. Het alternatief is namelijk een volledig verloren avond, waar niemand iets aan heeft.
Er is één belangrijke voorwaarde, waar in mijn ogen bijna geen enkele gemeente aan voldoet: benoemen wat het concrete doel is van het debat. Wil je als gemeente een hogere opkomst, bij het debat of aan de stembus? Of gaat het je om het faciliteren van een afgewogen keuze bij de kiezers? Pas als je duidelijk hebt wanneer het debat geslaagd genoemd mag worden, weet je wat dat waard is. En pas dan weet je als gemeente welke debatleider je in moet huren: de gemeentesecretaris, de journalist van het lokale sufferdje, een professional, een TV-presentator … of clown Bassie.
Jan-Jaap In der Maur - ​www.dagvoorzitter.nl