Column Voor de Zaak: Nieuw jaar, nieuwe ontwikkelingen in arbeidsrecht (Let ook op de overwerktoeslag voor parttimers)
Fotografie: Petra Niessen (Fotovakvrouw)
Daar zit ik dan, vlak voor de kerst en oud en nieuw te schrijven aan een nieuwe column voor Noord-Limburg Business. Een column die jullie in januari 2025 lezen. Automatisch gaan mijn gedachten naar het afgelopen jaar. Wat is er allemaal gebeurd? Tegelijkertijd gaan mijn gedachten uit naar het nieuwe jaar. Wat gaat er allemaal gebeuren?
2024 was een mooi jaar. Ik heb zowel vaste als nieuwe cliënten mogen adviseren over uiteenlopende arbeidsrechtelijke vraagstukken. Daarnaast heb ik ook veel partijen mogen begeleiden naar een gezamenlijke oplossing als MfN-registermediator. Samen met mijn collega Sander Oudenhoven hebben we onze cliënten en geïnteresseerden tijdens onze kennissessies bijgepraat over de ontwikkelingen in het arbeidsrecht. Met veel energie ga ik dan ook 2025 in.
Het jaar waarin ik alweer vijftien jaar advocaat ben en een jaar waarin er arbeidsrechtelijk ook weer het nodige staat te gebeuren. Het handhavingsmoratorium op schijnzelfstandigheid wordt opgeheven, wat ook eind 2024 al veel effect heeft gehad op ondernemingen die met zzp'ers werken. Daarnaast staan er verschillende wetsvoorstellen op de rol, zoals het wetsvoorstel over de wijziging van het concurrentiebeding en het wetsvoorstel tot wijziging van de re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar.
Overwerktoeslag voor parttimers
Een onderwerp dat ik jullie aanraad ook goed te volgen, is overwerktoeslag voor parttime medewerkers. Op 1 juli 2024 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie daar een uitspraak over gedaan die verstrekkende gevolgen kan hebben. De kernvraag was of parttimers recht hebben op een overwerktoeslag, niet alleen voor uren boven het fulltime werkrooster, maar ook voor extra uren die ze boven hun eigen contracturen maken. Het Hof heeft die vraag bevestigend beantwoord. Met andere woorden: stel een medewerker werkt 24 uur, het fulltime werkrooster is 40 uur en je vraagt deze medewerker om overwerk te verrichten, dan heeft deze medewerker over ieder uur dat boven de 24 uur wordt gewerkt volgens het Hof recht op overwerktoeslag.
Onrechtvaardig?
In Nederland is een veel gehoorde reactie dat deze uitspraak onrechtvaardig is ten opzichte van fulltimers. Fulltimers krijgen immers niets extra's betaald voor uren tussen de 24 en 40 uren per week. Het Hof redeneert vanuit een ander perspectief. Het Hof redeneert dat het voor werkgevers aantrekkelijker is om parttimers overwerk te laten verrichten omdat dit goedkoper is dan fulltimers over te laten werken. Dit zorgt voor een ongelijk effect. De gedachte dat fulltimers benadeeld zouden worden, klopt volgens het Hof niet. Want door voor elk extra uur een toeslag te betalen, worden parttimers en fulltimers volgens het Hof juist gelijk behandeld.
Wat nu?
Deze uitspraak kan grote gevolgen hebben. Parttimers kunnen mogelijk met hoge loonvorderingen komen (tot vijf jaar terug). Hoe heet die soep in Nederland wordt gegeten, is nog niet duidelijk. Er is namelijk in de uitspraak wel ruimte gelaten voor objectieve rechtvaardigingsgronden en er zijn nog andere arbeidsrechtelijke discussies die hierover gevoerd kunnen worden. Het is vooral interessant om te gaan ontdekken hoe vakbonden hiermee omgaan en hoe een Nederlandse rechter hier naar kijkt. Een onderwerp om in 2025 dus zeker te volgen!
Heb je vragen of wil je sparren over dit onderwerp of andere arbeidsrechtelijke zaken? Bel of mail mij dan gerust. Ik denk graag met je mee.
Marivonne van Kralingen, advocaat bij Voor de Zaak Advocaten