Internationaal zakendoen

Magazines | Noord-Limburg Business nr 4 2005

Blik over de grens

Dhr. V. Guyt en dhr. H. Boots

De Noord-Limburgse economie draait voornamelijk om de ‘oost-west-as’. Een juiste bewering?

Guyt: “Als je kijkt naar de logistieke stromen is dat inderdaad het geval. Noord-Limburg ligt tussen de wereldhaven Rotterdam en het Duitse Ruhrgebied. Deze intermediaire positie maakt het gebied aantrekkelijk voor ondernemers, bijvoorbeeld uit de transportsector. Toch is er ook reden tot zorgen. De afhankelijkheid van de logistieke stromen maakt Noord-Limburg ook kwetsbaar.”

Boots: “Het is immers verleidelijk om de as als een voldongen feit te beschouwen en achterover te leunen. Wanneer we ons in Noord-Limburg voornamelijk richten op het Westen en Duitsland, verwaarlozen we belangrijke handelspartners zoals Frankrijk. Dit land heeft minstens zoveel potentieel als onze oosterburen. En hoewel de taal en de afstand wellicht een barrière vormen, moeten we ons ook op noordelijke en zuidelijke markten richten. Een positieve bijdrage hieraan is de aanleg van de A73 die eind 2007 gereed zal zijn. Deze aanleg zal positieve gevolgen hebben voor de regio als logistieke draaischijf. Het Venlose ‘Tradeport’ wordt daarmee nog meer het kruispunt van noord naar zuid.”

Is de grensoverschrijdende handel in Noord-Limburg voornamelijk beperkt tot bepaalde bedrijven of sectoren?

Guyt: “Je kunt bedrijven wat betreft het aantal werknemers in een piramide onderbrengen. De top bestaat in het Noord-Limburgse model uit ongeveer 150 grote bedrijven. Deze firma’s opereren vaak al internationaal of richten hun blik vanzelf op afzetgebieden over de grens. Onder deze top zit een brede laag MKB-bedrijven, met minder dan 100 werknemers. Binnen deze groep maken wij een onderscheid tussen ervaren exporteurs, beginnend minder ervaren exporteurs, bedrijven die niet kunnen exporteren - bijvoorbeeld door de aard van hun product - en ten slotte zij die eenvoudigweg niet willen exporteren. De eerste groep MKB’ers heeft zijn weg naar het buitenland al gevonden, de tweede heeft een steuntje in de rug nodig.”

Boots: “Zowel het MKB als de ‘grote jongens’ hebben dus een aandeel in de internationale handel. Daarnaast zijn er wel bepaalde sectoren die duidelijk meer op het buitenland gericht zijn dan andere. Zo is de landbouw en vooral ook de industrie met 50.000 arbeidsplaatsen een belangrijke regionale motor van de export. Bedrijven in deze branches zijn van nature afhankelijk van een grote - en dus vaak internationale - afzetmarkt en internationale goederenstromen.”

Doen deze bedrijven het goed in de internationale handel?

Guyt: “De afgelopen twee jaar was er weinig reden tot optimisme. Teruglopende aantallen orders, veel ontslagen, bedrijven die naar het buitenland vertrokken. Dit jaar zien we dat de orderportefeuilles over de hele breedte weer wat dikker worden. Er is duidelijk sprake van een trendbreuk. Toch moeten we niet te vroeg juichen. De maakindustrie is gebaat bij hoge marges waardoor men zich kan oriënteren op vernieuwing en het verbeteren van de efficiency. Om dit te bereiken wordt voornamelijk op de personeelskosten bespaard. Lagelonenlanden zoals China zijn in trek.

China is tegenwoordig in economisch opzicht het ‘rode gevaar’?

Boots: “De lonen liggen in China nu eenmaal een stuk lager dan in Nederland. Je ziet bijvoorbeeld in de automotive-industrie dat bedrijven steeds meer richting Verre Oosten outsourcen. Toeleveranciers en andere direct betrokkenen in de omgeving van autoproducenten krijgen het daardoor ook moeilijk. Wij helpen deze bedrijven om, in navolging van grote autobedrijven, ook de blik richting China te richten.

Guyt: “Aan de andere kant is China nu ook weer niet het beloofde land voor alle maakindustrie. Je moet als bedrijf realistisch zijn en jezelf afvragen of je er iets te zoeken hebt. Het vestigen van een bedrijf in Europa is aanzienlijk eenvoudiger dan in China. We zien veel bedrijven terugkomen van een avontuur in het Oosten. Culturele verschillen en de afstand blijken achteraf toch wel een erg groot probleem te zijn. Ook met die fenomenaal lage uurlonen valt het de laatste tijd wel mee. In het oosten van China zijn de maandlonen in korte tijd gestegen van tien naar honderd euro. Dat is nog steeds niet veel, maar je ziet wel dat bedrijven verder landinwaarts trekken, op zoek naar lagere lonen. Die ontwikkeling zal in de komende jaren doorzetten. Dus het is mogelijk dat bedrijven die over de grens op zoek zijn naar lage lonen van een koude kermis thuiskomen.”

Terug naar de grensregio. Wat onderneemt de Kamer van Koophandel Limburg-Noord ter ondersteuning van bedrijven die met ondernemers over de grens zaken willen doen?

Boots: “De handelsbetrekkingen met Nordrhein-Westfalen zijn uiteraard een speerpunt van onze Kamer. We proberen de grensoverschrijdende handel zoveel mogelijk te stimuleren, bijvoorbeeld door bedrijven van informatie te voorzien. Zo is er de ‘Beratertag’ die wij samen met de ‘Industrie und Handelskammer’ in Krefeld organiseren. Nederlandse en Duitse ondernemers kunnen zich tijdens die dag op individuele basis laten informeren over internationale handel. Ook is er een grensoverschrijdende databank, de ‘b2b-productfinder’, in opbouw voor het gebied Limburg-Noord en Krefeld. Ondernemers kunnen door middel van deze zoekmachine bedrijven zoeken in de eigen regio en de aangrenzende regio.”

Guyt: “In Nederland werken de Kamers van Koophandel steeds meer samen met de EVD. Met de EVD worden dan ook de Internationale Handelsdag, themabijeenkomsten en de landenspreekdagen georganiseerd. Voor de starters op buitenlandse markten is de Kamer uitvoerder van het EVD-programma Starters op Buitenlandse markten. Deze PSB-regeling geeft financiële ondersteuning en begeleiding bij het bewerken van nieuwe buitenlandse markten. Verder dient de Kamer als vraagbaak voor alle vragen die op het gebied van de Internationale Handel voorkomen en wordt in persoonlijke adviesgesprekken voorlichting op maat geleverd.”

De internationale handel verloopt nog niet altijd vlekkeloos?

Boots: “We horen af en toe geluiden van bedrijven die problemen ondervinden bij de grensoverschrijdende handel. Zo was er laatst een onderneming die zijn leveringsvoorwaarden niet 100 procent op orde had. In Nederland zou dat in principe als zodanig geen probleem zijn, maar voor de Duitse handelspartner was het reden om de onderhandelingen te staken. Over de grens geldt nu eenmaal: ‘Grünktlichkeit’ boven alles.”

Guyt: “Toevallig heb ik laatst een voordracht gehouden over de knelpunten bij bedrijven als het gaat om internationale handel. Belangrijke struikelblokken zijn de verscheidenheid aan documenten, gebrekkige talenkennis, garanties bij internationale betalingen en vooral de enorme hoeveelheid tijd die het exportavontuur kost. Vooral bij MKB’ers die toch al een berg werk moeten verzetten, is dit een probleem. Ik heb respect voor die mensen. Ondanks een gebrek aan tijd zien ze toch kans om hun blik op een nieuwe markt te richten. Wij helpen hen graag om dit tijdsprobleem op te lossen, bijvoorbeeld in de vorm van een ondersteunende intermediair of een stagiaire van AIESEC (internationale studentenorganisatie, red.).”

Hoe ziet de toekomst van de internationale handel in de regio eruit?

Boots: “We zien dat de deelnemersaantallen bij voorlichtingsbijeenkomsten over import en export toenemen. Twee handelsdagen in april en juni van dit jaar werden in totaal door meer dan 400 bedrijven bezocht. Het thema ‘internationale handel’ leeft dus wel degelijk.”

Guyt: “De interesse vanuit het bedrijfsleven voor deze bijeenkomsten is een goed signaal. Zeker als je bedenkt dat één op de twee arbeidsplaatsen in Noord-Limburg rechtstreeks of indirect afhankelijk is van de export. De Kamer van Koophandel wil een motor zijn voor de bevordering van de internationale handel. Wij hebben immers kennis van het regionale bedrijfsleven en van ingangen in het exportbevorderingnetwerk.”

TEKST: Kasper Maes

INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

NOORD LIMBURG BUSINESS

Toegangspoort tot het Ruhrgebied. Eén van Europa’s grootste afzet- en industriegebieden ligt vlak naast de deur. De Noord-Limburgse economie is dan ook grotendeels afhankelijk van de internationale handel. De Kamer van Koophandel Limburg-Noord ondersteunt bedrijven die zich aan het exportavontuur willen wagen. Door middel van advies, marktoriëntatie en informatiebijeenkomsten in de regio of over de grens. Een interview met Han Boots en Victor Guyt, exportconsulenten bij de afdeling Voorlichting & Advies en beiden experts op het gebied van internationale handel.

delen:
Algemene voorwaarden Hosted by